Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Daar de plantenetende dieren groote kudden vormen, zoo wijst hun komst op de toenemende vruchtbaarheid der natuur. Niet alleen door hun aantal, maar ook door de vlugheid hunner bewegingen geven zij leven aan de velden.
Dat het klimaat niet geschikt zou zijn voor enkele Orden, zooals de hagedissen, was wel te voorzien; maar wat de kikvorschen betrof, was dit niet zoo duidelijk. De plantenetende Chrysomelidae, waardoor de keerkringen zich zoo bijzonder kenmerken, ontbreken hier bijna geheel.
Denken wij aan de goed gebaande, door de groote schildpadden aangelegde paden; aan de menigte zeeschildpadden; aan de onderaardsche gangen van den A. Demarlii, en de op de kustrotsen van elk eiland zich koesterende groepen van den A. cristatus, dan moeten wij erkennen, dat de plantenetende zoogdieren in geen enkel deel der wereld zoo buitengewoon talrijk door de klasse der kruipende dieren vervangen zijn, als in dezen archipel.
Op het einde der periode vindt men alleen die planten, die tegenwoordig nog gevonden worden op plaatsen, eenige graden dichter bij den evenaar gelegen. Zij leveren echter nog voldoende voedsel op voor de plantenetende dieren van die periode.
Tijdens het laatste gedeelte der Juraperiode was West-Europa doorsneden door moerassen, lagunen en dikwijls overstroomde inhammen; die bevoorrechte plaatsen hadden eenen rijkeren en meer afwisselenden plantengroei dan de bergstreken; daar groeiden groote varens met lederachtig loof, terwijl de helling en hoogten bedekt waren met planten, die naderden tot de araucaria's en de cycadeën, en die het voedsel vormden der plantenetende dinosauren dier periode.
Gedurende het eerste gedeelte der pliocene periode hebben onder de landdieren de plantenetende dieren zonder twijfel de overhand. De miocene zeeën zijn opgedroogd, of liever zij zijn veranderd in groote zoutwatermeren, waaromheen zich eene welige grasflora ontwikkelt.
Deze derde onderstelling wordt bevestigd door het onderzoek der quaternaire dierenwereld: de tallooze beenderen van dikhuidigen, in het diluvium van het noordelijk halfrond gevonden, wijzen er op, dat de plantenetende dieren een overvloedig voedsel moesten vinden, en dat dus het klimaat zacht en vochtig moest zijn.
De rhinocerossen en de nijlpaarden hebben hunnen grootsten bloei bereikt, het hert en het rund treden op: al die plantenetende dieren leveren het bewijs voor den grooten overvloed aan plantaardig voedsel. In de pliocene periode wordt ook het grootste van alle herten geboren; zijne beenderen zijn in Indië gevonden, in de streken, waar de God Siva wordt aangebeden, vandaar de naam sivatherium.
De zoogdieren zijn nog klein en worden alleen vertegenwoordigd door de laagste soorten; de dinosauren schijnen op de oppervlakte der aarde de rol gespeeld te hebben, thans weggelegd voor de groote vleeschetende en plantenetende zoogdieren; maar terwijl de zoogdieren zich steeds verder ontwikkeld hebben, zoodat zij reeds tegen het einde der tertiaire periode den bloei bereikt hebben, dien wij thans nog bewonderen, zijn de kruipende dieren steeds achteruitgegaan: de hoogere dieren hebben de overwinning behaald op de minder ontwikkelde wezens.
Is dit het geval, dan verklaart het zich, waarom deze dieren nu en dan naar zee gaan. De maag bevatte niets dan zeewier. Wel vond Bynoe er een stuk van eene krab in; maar deze kon er toevallig in zijn gekomen, op dezelfde manier als ik in den buik van eene schildpad eene rups tusschen eenig groen heb zien liggen. Evenals bij andere plantenetende dieren, waren de ingewanden ruim.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek