Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Piraeus, Peiraios, open haven op de Oostkust van Corinthia, nabij de grens van het gebied van Epidaurus. De Atheners hielden hier in 412 eene spartaansche vloot ingesloten. Piraticum bellum. Wel waren nu en dan verschillende kuststreken, waarvan de inwoners zeeroof dreven, getuchtigd, doch eerst in 67 werd tot een algemeenen maatregel besloten.
Te midden van die wolken van fijn kalkachtig stof, dat destijds zoowel als nu de wegen van Attika bedekte, bewoog zich toen de stroom der vrachtwagens van den Piraeus, der lastdieren, der kooplieden die hunne waren naar de stad brachten, der boeren die met groenten en vruchten ter markt gingen, der slaven die den voorraad voor den dag moesten inkoopen, der wandelaars en leegloopers eindelijk, wier aantal te Athene zeer groot was.
Het zou wel kunnen zijn, dat ik mij van nacht aan lastige gevechten zal moeten wijden. Het is hier zoo vuil, dat ik mij afvraag, of het dek wel ooit wordt schoongemaakt, terwijl een blik in de keuken genoeg is, om iemand allen eetlust te benemen. En ik zal hier achttien uren moeten blijven! Wij zouden om elf uur in den morgen van den Piraeus vertrekken, maar het werd twaalf uur.
Ik kom aan den Piraeus, waar de "Aphrodite", een boot van de Panhelleensche Maatschappij, naar Marathonisi gaat vertrekken. In de buurt van de eetzaal aan boord heerscht evenals op de "Haghios Nikolaos", die mij vroeger naar Korinthe bracht, een walgelijke geur, en, de kooien zien er al even weinig aanlokkelijk uit.
Fabrieken, uit wier hooge schoorsteenen rookwolken opstijgen, doen u denken aan onze fabrieksteden. Langs de hellingen van den steenachtigcn en vroeger geheel verlaten heuvel, die de haven van den Piraëus van die van Munychia scheidt, verrijzen smaakvolle en sierlijk ingerichte woningen met roode daken en groene zonneblinden.
Ik zou wel wenschen dat zij, die beweeren dat het grieksche volk geen toekomst heeft, eens eene vergelijking wilden maken tusschen den Piraëus in 1834 en in 1874; ik houd mij overtuigd dat zij dan wel gedwongen zouden zijn een minder streng en eenzijdig oordeel over het jonge koningrijk uit te spreken.
Toen was er op den Akropolis nog maar het Erechtheion, het heiligdom van Athene Polias, waar het uit den hemel gevallen olijfhouten beeld der godin vereerd werd naar de aartsvaderlijke traditie, maar ook stond er reeds de Athene Promachos, de bronzen Voorvechterin van Pheidias, de reuzenstatue, die over den Piraëus heenzag en den eersten groet der stad bracht aan de schepen, die thuis kwamen.
Het is Goede Vrijdag, op het uur, waarop de menigte der geloovigen te Athene en in den Piraeus naar de byzantijnsche kerken begint te stroomen, die gewoonlijk microscopisch klein zijn en waar al gauw de ondragelijke waslucht zich vermengt met slechte odeurs en een verstikkende hitte. Het is nog geen zeven uur, en reeds zitten de café's aan de haven vol menschen.
Ter linkerzijde van den weg, op twintig el afstands van het station, waar eene brutale locomotief haar vuile rookwolken uitblaast in de dichterlijke attische lucht, stond weleer de Dipylische poort. Daar liepen en loopen nog de twee wegen naar Eleusis en den Piraeus samen: van alle poorten van Athene was dus deze de drukste.
Eenigen tijd later was er meer vreugde in Athene dan er in langen tijd geweest was, immers met behulp van Perzisch geld werden de eerste steenen gelegd voor het opbouwen der muren en der versterkingen van den Piraeus. De Atheners waren gelukkig, maar hun bondgenooten waren afgunstig. "Waarom zouden wij vechten, als uitsluitend Athene er voordeel van zal hebben?" zoo vroegen zij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek