Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


Paumea heeft aan boord van de Vandreuil levensmiddelen gekocht, zoodat hij zijn gasten een feestelijk onthaal bereiden kan. Als zij van versche vruchten bereid is, heeft de popoi een zoetachtigen smaak; als de vruchten eenigen tijd gestaan hebben, wordt de smaak eenigszins bitter.

Na afloop van den maaltijd worden de pijpen aangestoken; de eene gast reikt de pijp aan den anderen over, die ze op zijne beurt aan de lippen brengt. Eene der vrouwen gaat inmiddels heen om eenigen van hare vriendinnen, die in de buurt wonen, te halen. Paumea had ons een dans beloofd: die zou nu vertoond worden.

Het deeg wordt dan in een houten schotel gedaan, met een weinig water aangelengd en tot een soort van koek gekneed. Deze bewerking is aan de vrouw van Paumea opgedragen. De vloermat dient als tafel; de toebereidselen tot den maaltijd zijn afgeloopen; wij worden uitgenoodigd, plaats te nemen.

Na overleg met eenigen mijner kameraden, wordt besloten dat wij de uitnoodiging van Paumea zoo heette onze aanstaande gastheer zullen aannemen. Ik zeg hem dat wij na afloop van het middagmaal bij hem zullen komen, als hij ons aan de landingsplaats wil afwachten. Hij zegt dat hij op ons wachten zal, en ons met zijne prauw, die langs het schip gemeerd ligt, naar land zal roeien.

Dit is het bed, waar men zeer gemakkelijk slaapt, het hoofd rustende op den eenen stam en de voeten op den anderen. Er zijn veel gasten bijeen; de mutoi, inlandsche commissaris van policie, van Taio-Hae, een bloedverwant van Paumea, komt ons plechtstatig begroeten, blijkbaar zeer trotsch op zijn korporaalstrepen.

In de vallei schittert hier en daar een licht; bij onze nadering beginnen de honden woedend te blaffen. De woning van Paumea is ruim en goed ingericht; de voorzijde is geheel open; het dak rust op palen. Tegen den achterwand heeft men, met een tusschenruimte van omstreeks een el twintig duim, twee boomstammen op den grond gelegd; de ruimte daartusschen is met matten bedekt.

Paumea heeft twee zoons, prachtige knapen, die met zeer veel behendigheid de pagaaien hanteeren. In eenige minuten hebben wij het strand bereikt. Hoewel dit nu niet meer noodig is, nemen de kloeke eilanders ons op hunne sterke schouderen, en dragen ons als kinderen over het door de zee overspoelde strand naar den drogen oever. Wij volgen denzelfden weg van straks.

Eindelijk werd dit schouwspel, hoe eigenaardig ook, toch eentonig, en ondanks den aandrang van Paumea, die wilde dat wij nog blijven zouden, namen wij afscheid van onze nieuwe kennissen, met de belofte dat wij terug zouden komen. De oudste zoon van onzen gastheer deed ons uitgeleide tot aan het begin van het dorp.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek