Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 november 2025


Men houde echter in 't oog dat deze oud-germaansche mansnaam wel degelik oorspronkelik het zelfde woord is als hamer. Wakkersma eindelik, met Wakkers en misschien Wakker, en met menige plaatsnaam in germaansche landen, stamt van den ouden mansvóórnaam Wakker, by Förstemann als Vacar, Wacchar, voorkomende.

Twee van de imperativische geslachtsnamen, ja drie, zijn zelfs uit kleinere volzinnen samengesteld. Kijk-in-de-Vegt is oorspronkelik waarschijnlik een huisnaam, aan zulk een huis eigen, waar men uit de vensters in de rivier de Vecht kon kyken. Zekerlik wel in de overijsselsche Vecht, en niet in de hollandsche; want de geslachtsnaam Kijk-in-de-Vegt is in Overijssel inheemsch.

De beroemde natuurkundige Albertus Seba, oorspronkelik een Fries en in het oostfriesche dorp Etzel geboren, was in den tijd apotheker te Amsterdam. Heden ten dage komt zijn naam, tot Zeeba verhollandscht en verbasterd, nog te Amsterdam als geslachtsnaam voor.

Zoo kan de hedendaagsche plaatsnaam Harlingen, die zonder eenigen twyfel oorspronkelik een patronymikon is, ontstaan zijn; en zoo is, ongetwijfeld, menige, menige plaatsnaam in alle germaansche landen, ontstaan. Want zulke plaatsnamen, eenvoudige zoowel als in samenstellingen, zijn ongemeen talrijk, overal waar maar ooit Germanen gewoond hebben, of nog wonen.

My zijn althans, behalve Schoninga en Schoonie, geene andere hedendaagsche geslachtsnamen voorgekomen, die tot dezen mansnaam terug gebracht kunnen worden, dan Schöningh, oorspronkelik een westfaalsche geslachtsnaam, maar die ook in Holland ingevoerd is, en den vlaamschen geslachtsnaam Schoentjens. Deze geslachtsnaam is als zoodanig onder de hedendaagsche Friesen uitgestorven.

Een bezoek in het feeënrijk is oorspronkelik ook wel het onderwerp van de Lai van Guigemar geweest, maar de gehele détail-schildering wijst in de richting van de Grieks-Oosterse kunst.

By alle volken der oudheid, by Joden, Egyptenaars, Grieken, Romeinen, by allen, van welken stam ook, was dit oorspronkelik het geval. Een enkele naam werd voldoende geacht voor eenen enkelen persoon. Hoe ouder de namen, of beter: hoe vroeger de menschen leefden, wier namen ons bewaard gebleven zijn, hoe eenvoudiger hunne namen waren.

Hier was hy dus vreemdeling, en die vreemdelingschap was het juist, welke byzonder de opmerkzaamheid trok van de lieden in zyne nieue omgeving. Zeer natuurlik dus dat men dien vreemdeling, in zyne nieue woonplaats, al spoedig ging noemen met zynen volksnaam, met den naam van het volk waar toe hy oorspronkelik behoorde.

Ook in die streken van noordelik Frankrijk, die aan het vlaamsche taalgebied grenzen, of die oorspronkelik tot dit gebied behooren, al zijn ze nu geheel of ten deele verwaalscht en verfranscht, zijn onder de hedendaagsche ingezetene bevolking oud-nederlandsche maagschapsnamen geenszins zeldzaam.

Men kan er duizenden vermeld en beschreven vinden in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch. Deze namen waren natuurlik geenszins zinledige klanken. Integendeel! zy hadden allen eene beteekenis. Oorspronkelik waren het allen eenvoudige woorden, aan de volksspreektaal ontleend. De namen werden toen nog door het volk verstaan; het waren zinryke namen, en als zoodanig verstond men ze.

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek