United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onze tegenwoordige maatschappij gaat gebukt onder een te kort aan geestelijke werkkracht, zij lijdt aan een ontbreken van den noodigen gemeenschapszin, om haar zedelijk te verheffen en innerlijk gezonder en krachtiger te maken. Door aan de vrouwen het kiesrecht te verleenen en haar zoodoende meer in het gemeenschapswerk te betrekken, kan men voor een zeer groot deel in dit te kort voorzien.

John, die omtrent elk geval, dat zich voor kan doen, den noodigen raad uitdeelt, heeft ons, onder andere nuttige wenken, verteld wat de proefondervindelijk gebleken beste wijze is om een schip in actie te brengen en daarna zijnen vijand te nemen.

Waar in sommige steden, gelijk veelvuldig te platten lande, nog die nabuursplichten zich hadden gehandhaafd, waarover de heer H. Tiesing in den Nieuwen Drentschen Volksalmanak van 1914 ons heeft ingelicht, daar gingen de buren rond om het huwelijk aan te kondigen en tot de bruiloft uit te noodigen.

De maatschappij op aandeelen was gevormd met een grondkapitaal van 100,000 rijksdaalders en de stad was ten slotte zoo moedig geworden, dat men had besloten het Engelsche huis niet uit te noodigen tot het nemen van aandeelen, nu het zich zoo voornaam had teruggetrokken.

Wel is waar zijn de verzen, die bijna alle manlijk eindigen, eentonig en noodigen al te zeer tot plechtige declamatie uit, maar de eerste schrede was gedaan. Bovendien valt de ordenende, in toom houdende invloed van de ouden, die zeker vlijtig door de beide dichters beoefend waren, niet te miskennen.

Hij beduidde mij, dat zijn familie buiten op het dek was en ik maakte mijn gebrek aan wellevendheid van zooëven weer goed, door dadelijk de familie binnen te noodigen. Zij verscheen terstond. De vrouw was een groote, donkere verschijning van echt Eskimotype, Kokko geheeten, en ongeveer veertig jaar oud. Haar zoon schatte ze op tien jaren; hij was een eerste bengel.

Mijn metgezel wendde zich tot mij met een volstrekt niet sadoe-achtige uitdrukking op zijn gezicht en zei: "Wij, Afghanen, waren altijd gewoon te zeggen, dat Mohammedanen uit Pendsjab maar halve Mohammedanen zijn; maar nu zie ik, dat we het mis hadden; ze zijn niet eens kwart-geloovigen. In ons land noodigen we vreemdelingen binnen, en reizigers mogen aan onze maaltijden deelnemen."

Zoo ook heeft mevrouw Goekoop met Hilda van Suylenburg vele zwakke volgelingen de kracht gegeven tot voortschrijden, den moed tot volharden, den noodigen steun om den tegenstand, die er voor hen nog mocht opdoemen, te weerstaan.

Toen de gezanten bij Goenther gekomen waren, zetten zij zich rondom den haard op de zetels, en zij dronken het zoete bier. Knievlug, die de voornaamste van de gasten was, zat op den hoogen zetel en hij zeide tot Goenther: "Atli zond mij op het brieschende paard door het onbekende donkere woud om u, Goenther, uit te noodigen met Hagen te komen naar zijn burcht, ten einde Atli te bezoeken.

Hij treft de goden aan bij het eten en zij noodigen hem uit deel te nemen aan den maaltijd, maar hij weigert, omdat hij koorts heeft." Dit is alles, wat er gezegd wordt, maar het is klaarblijkelijk een zinspeling op een heel bekende geschiedenis. Vertaald door Wiedemann, Religion of the Ancient Egyptians, p. 69.