Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Den zelfden dag kwamen 'er ook honderd Negerslaven aan, die bestemd waren om op onzen tocht de pakken te dragen. Een van deeze Negers aan boord van één der vaartuigen vermist wordende, wierd de bevelhebbende Officier, genaamd CHATEAUVIEUX, en een schildwacht, welken men met bloed besmet vond, in arrest genomen, om als beschuldigden van eene moord gevonnisd te worden.
Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN, die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook, dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast; dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden, om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden; en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te verëenigen.
Het verminken zal op de gebruikelijke wijze moeten geschieden, dat is, drie klauwen aan den buitenkant van den rechtervoorpoot zullen afgesneden worden. Men zie verder over dit onderwerp "Een Historische Verhandeling" over de Magna Charta van Koning Jan, door Richard Thomson. Noot B., Bladz. 14: Over de Negerslaven.
Dienzelfden dag staken master James Burbank, zijn zoon Gilbert, master Walter Stannard en zijn dochter miss Alice de Sint John over, om naar Castle-House weder te keeren. Master Perry en de onder-administrateurs van het landgoed Camdless Bay stonden hen met een groot aantal der gewezen negerslaven, die op de plantage teruggekeerd waren, op de pier langs de kleine havenkom af te wachten.
Wy vernamen te gelyker tyd, dat de Capitain STOELEMAN, die aan het hoofd van eenige Jagers was, door een zwaren rook, dien hy van verre in het bosch bespeurd had, eene verblyfplaats der muitelingen had ontdekt, doch die door hem niet was aangetast; dat de Capitain FREDERIK, met een anderen hoop Jagers, de oevers der Zee beneden Paramaribo schoon hieldt; dat twee soldaten, die den 18den Augustus verdwaald geraakt waren, het geluk gehad hadden, om op eene wonderbaarlyke wyze hun gevaar te ontkomen, en dat zy den wachtpost, die aan de Rivier Maroni geplaatst was, bereikt hadden; en eindelyk, dat twaalf schoone Negerslaven van de Plantagie Gold Mina waren weggeloopen, om zig met de muitelingen te verëenigen.
Den zelfden dag kwamen 'er ook honderd Negerslaven aan, die bestemd waren om op onzen tocht de pakken te dragen. Een van deeze Negers aan boord van één der vaartuigen vermist wordende, wierd de bevelhebbende Officier, genaamd CHATEAUVIEUX, en een schildwacht, welken men met bloed besmet vond, in arrest genomen, om als beschuldigden van eene moord gevonnisd te worden.
De manier nog niet beschreven hebbende, op welke de muitende Negerslaven de Plantagiën aantasten, meene ik geene betere gelegenheid, dan de tegenwoordige, daar toe te kunnen vinden. Na zig den geheelen nacht in de naby gelegene struiken verborgen te hebben gehouden, komen zy, by het aanbreken van den dageraad daar uit te voorschyn, vallen de Europeanen onverhoeds aan, en vermoorden ze allen.
Ziekten en de dood maakten, in dit oogenblik, groote verwoestingen onder het leger, alwaar alles in de grootste verwarring was. Den 1sten November, liepen, om de maat der onheilen vol te meten, vyf-en-twintig Negerslaven weg; en den 3den, ontfingen wy bericht, dat men meer dan vyftig gewapende muitelingen gezien had, die, een musket-schoot beneden Barbacoeba, de Cottica waren overgezwommen.
Geen uur, geene minuut zou zij laten voorbijsnellen, zonder dat zij daadwerkelijk of met den geest bezig zoude zijn om de middelen tot die vlucht voor te bereiden. En toch, zou het mogelijk zijn, gadegeslagen als zij werd door den Indiaan Squambo en door zijne negerslaven, het fortje te kunnen verlaten?
De schoepen der raderen sloegen de oppervlakte der rivier tot schuim, en weldra was de stoomboot in het donker verdwenen, terwijl zij een breed zog van heftig opgezweepte golven achter zich liet. Toen Squambo ontwaarde, dat hij zich weer alleen op de rivier bevond en geen enkel vaartuig in de nabijheid was, zette hij zich weer op de achterplecht neder en gaf de negerslaven bevel te pagaaien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek