Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
In zulke bange ogenblikken konden zij de aandoeningen harer ziel moeilijk uitdrukken; want ieder woord baarde haar een akeliger vooruitzicht; ook waren zij tegelijk op de knielbank neergezonken, haar hoofden rustten zwaar op de lessenaar en haar tranen lekten in stilte over haar wangen.
Op de knieën is de Engel neêrgezonken, de Engel uit zijn mystieken fabelhemel, in zijn goudblauw brokaat, dat goudt in zijn eigen licht maar diep donkerblauwt in de plooien van zijn kleed.
't Was nu geen zinsbegoocheling; de terugkomst eener verschijning is een wezenlijkheid; 't was duidelijk, dat het omgekeerde schrift in den spiegel nu recht stond. Hij begreep. Jean Valjean waggelde, liet de schrijfportefeuille ontglippen en zonk op den ouden armstoel naast het buffet, met neergezonken hoofd, strak, verwilderd oog.
In sommige oogenblikken verzette hij zich tegen zijne matheid en trachtte zijn geest weder kracht te geven. Hij poogde ten laatsten male en op beslissende wijze het raadsel op te lossen, waarbij hij, om zoo te spreken, vermoeid was neergezonken. Moet ik mij aangeven? moet ik zwijgen? 't Gelukte hem niet, iets duidelijks te zien.
Deze stond bedaard, met de armen kruiselings over elkander geslagen, den onstuimigen jongeling aan te zien, die, in zijn leunstoel neergezonken, met de beenen uitgestrekt en de vuisten krampachtig gesloten, scheen te zullen stikken van woede. Eindelijk sprong Adeelen met woestheid op, ging vlak voor den monnik staan en zag hem met fonkelende oogen aan.
»Op uw zes-en-twintigste jaar zoo radeloos verlegen wat aan te vangen, in zoo diepe moedeloosheid neergezonken!" sprak Wilkinson op een toon van afkeuring, die door diepe deernis verzacht werd, »en dat de zoon van den wakkeren, opgewekten, vindingrijken Herman Rosemeijer?" »Juist omdat ik zijn zoon ben," hernam Frits met vastheid, »moet ik niet zijne wegen gaan.
Nu is het spookuur voorbij en hoogere geesten onder leiding van Ariël, den geest der lucht, hebben den vermoeiden lijder opgenomen en op een bloemenrijken grasgrond uitgestrekt; zij zingen hem in slaap en zweven om hem heen, terwijl zij de rust in zijn gemoed herstellen: "Nu is de nacht neergezonken en heilig verbindt ster aan sterre zich; groote lichten, en kleine glinsteren nabij en ter verte, glinsteren weerspiegeld in het meer, glanzen in de heldere hoogten des nachts.
Zij ging weer naar den spiegel en haalde een nieuw versiersel voor den dag. "Vindt je niet, dat het mij goed staat?" zeide zij, terwijl zij het op haar borst hield. "Kom eens kijken!" Maar Kaja verroerde zich niet. Zij was op een stoel bij de deur neergezonken en bleef daar vóór zich uit zitten staren.
Als wij een zieke zagen, die zwaarmoedig op een stoel was neergezonken, bleek, met glazige oogen en uitgeteerde wangen, dan wachtten wij ons wel in zijne onmiddellijke nabijheid te gaan spelen en hem in zijne treurige overpeinzingen te storen.
Hij peinsde en peinsde, en ja, daar zag hij in den geest op eenmaal in het verre verleden het tooneel bij de bron te Nazareth weer. Hij zag zichzelven, neergezonken op den stoffigen weg; hij zag de jonkman met de gevulde waterkruik tot zich komen om hem te laten drinken; hij zag weder die oogen vol liefde en mededoogen op zich gevestigd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek