Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
De weeke tong ligt met haar geheele onderzijde vastgegroeid, onbeweeglijk in de onderkaak. De verbazend groote onderkaaksbeenderen wijken van achteren ver uiteen en hebben nog een buitenwaartsche bocht vóór het gewricht, dat hen met den schedel verbindt; de vloer van de mondholte heeft hierdoor den vorm van een ontzaglijk grooten lepel.
Geen twijfel derhalve of dit gebrek wordt door een schimmelplantje te voorschijn geroepen; het heeft de meeste overeenkomst met het oidium albicans, dat bij lijders aan witte spruw in de mondholte gevonden wordt.
Deze gedachte is reeds na te speuren in de indische oudheid. Ook de nog thans in zwang zijnde techniek dezer praktijken is oud. Een ander middel der indische Yogins bestaat hierin, dat de tong in de mondholte wordt teruggeslagen en de oogappels naar een punt tusschen de wenkbrauwen gericht.
Indien deze, evenals die van de Vinvisschen, kort en stijf waren en even lang als de afstand tusschen de boven- en onderkaak bij gesloten mondholte, zou er bij 't openen van den bek onder de baarden een ruimte overblijven, waardoor het water en de kleine, als voedsel dienende diertjes gezamenlijk zouden ontwijken.
Op soortgelijke wijze als de Miereneter steekt hij haar door spleten en gaten binnen in het mierennest en wacht, totdat de vertoornde Insecten zich vastgebeten hebben aan het voorwerp, dat zij voor een Worm houden, of aan het kleverige slijm zijn blijven hangen, waarna de met buit beladen tong met één ruk in de mondholte teruggetrokken wordt.
Den verbazend grooten, ver gespleten bek opengesperd, doorklieft de Walvisch de golven en vult de geheele mondholte met water. Zoodra het gewemel van de hierin zwemmende en levende diertjes op zijn niet ongevoelige tong indruk maakt, sluit hij de val.
Voorts onderscheiden de Walvischachtigen zich, wat het uitwendige betreft, door hun groote, niet door lippen begrensde mondspleet, door hun mondholte, die een buitengewoon groot aantal tanden of alleen baarden bevat, door hun dunne, gladde, zachte, vettige, op het gevoel fluweelachtige huid, die bij uitzondering op weinige plaatsen enkele borstels draagt en een donkere kleur heeft; de zeer dikke vetlaag maakt deel uit van deze huid, daar het de buitengewoon dikke lederhuid is, tusschen welker cellen het vet zich heeft afgezet.
De lange worm kwam aankruipen tusschen de plooien van het lijkkleed; hij schoof zich behoedzaam tegen de kin op en glipte over de strakke lippen in de zwarte mondholte. 'Dit is nu de schoonste uit de danspartij, die je schooner vond dan een elf. Toen stroomden zoete geuren uit haar kleederen en haren, toen lonkten haar oogen en lachten haar lippen. Zie nu eens!
De zolder van de mondholte van den Walvisch gelijkt dus op een met haar bekleed gewelf, zooals reeds Aristoteles heeft opgemerkt. Van ter zijde gezien herinnert de reeks van baarden aan een kam met geringe ruimten tusschen de tanden; deze zijn in het midden het langst; naar voren en naar achteren nemen zij allengs in lengte af.
Evenals in de vorige familie onderscheiden de mannetjes zich door het bezit van lange, buiten den bek uitstekende, benedenwaarts gerichte hoektanden in de bovenkaak. Die van de onderkaak blijven, evenals die van beide kaken bij de wijfjes, binnen de mondholte verborgen. De volwassen mannetjes hebben in de bovenkaak sterk gekromde hoektanden, die ongeveer 3 cM. buiten het tandvleesch uitsteken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek