Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 oktober 2025
Hoe moet hy gestaard hebben op de vlag van het schip, de welbekende vlag, het symbool eenmaal van gezamenlyke kracht, van vereeniging, van broederschap. En nu? Weldra zoud-i haar voor 't laatst gezien hebben, haar en alle andere kenmerken van welke nationaliteit ook, haar en de sporen van al wat menschelyk is. Spraak, taal, kennis, geheugen, bekwaamheid, moed... alles was hem voortaan overbodig.
De Volkplanting van Surinamen was als een groote en fraaije tuin, alwaar men alles verëenigd vond, wat natuur en kunst kunnen voortbrengen, om het menschelyk leven voor hem zelven aangenaam en voor de Maatschappy voordeelig te maken. De voorwerpen, welke overdaad en nooddruft vorderen, waaren aldaar in overvloed.
En dat zwarte werd zonder overyling altyd wat bruiner en gryzer en lichter ... waarachtig, er naderde een menschelyk wezen. Heel natuurlyk. Gerrit Sloos kwam de deur openen, en beslofte reeds de ruimte naast de paktafel. Nog één sekonde, en de slotbrug van het tooverkasteel zou worden opgehaald. Wat vreemds lag daarin?
De zwangere vrouwen kramen zonder hulp, en met zoo weinig moeite en pyn, dat men haar schier ontheven zoude oordeelen van het vonnis, tegen de eerste moeder van het menschelyk geslacht uitgesproken. Zy verrigten alle de bezigheden van het huishouden en bedienen haare mannen op den dag van haare verlossing zelven.
Willem verhaalde nu iets van 'n romeinschen keizer die 't menschelyk geslacht één kop toewenschte, om het te kunnen onthoofden met één slag... 't Klinkt bar, zei Oom Sybrand, die binnentredende de laatste woorden gehoord had. Maar als boutade is zoo'n uiting begrypelyk. De tyd nadert dat de Volkeren 'n gelyk lot zullen toewenschen aan de souvereinen, en met even weinig of even veel recht.
Verbeeldt u ... ik zeg niet, daar heb ik een vrouw gezien, die zóó of zóó schoon was, neen: allen waren zy schoon, en 't was dus een onmogelykheid daar pour tout de bon verliefd te worden, omdat elke volgende weer de vorige uit je bewondering verdrong, en ik dacht daarby waarlyk aan Caligula of Tiberius van wien vertellen ze 't fabeltje? die 't heele menschelyk geslacht maar één hoofd toewenschte.
Ik geloof, zoo het my geöorloofd is myne gedachten op dit stuk te zeggen, dat men nu en dan in de Rivieren, onder den zonne-keerkring gelegen, zoo op de kust van Africa, als van Zuid-America, een zoort van visch ziet, die met het halve lyf boven het water uitsteekt, zeer veel gelykheid heeft met een menschelyk schepzel, maar veel kleiner is, en ten naasten by als die geen, welke men in 't jaar 1794 te London zag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek