Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
In de lente, als het ijs van den oever loslaat, vangt men hier tallooze vette zalmen. Iets later komen groote en vele kudden rendieren en blijven den geheelen zomer. In den herfst kan men kabeljauwen in ongetelde menigten vangen. En juist hier, in dit arctische Eden, moesten die koene reizigers uit gebrek aan levensmiddelen ten gronde gaan!
Allen hebben in de hand een soort van zak, die naar de behoefte meer of minder groot is, maar die altijd vervaardigd wordt van een kleurige stof, zoodat de menigten op de stationsperrons er niet zoo donker uitzien, zoo vuil en zoo weinig aantrekkelijk als op de meeste andere plaatsen.
De inlander of ook wel de halfbloed welk een menigte van menigten Indo-Europeanen zijn er te Djokja! zal den vreemdeling, trotsch, zeggen: "Er wonen tienduizend menschen, mannen, vrouwen en kinderen, in den Kraton." Een ambtenaar van het binnenlandsch bestuur, uitstekend kenner van Djokjasche toestanden, zegt mij: Vierduizend.
Achter in dit heiligdom van een barbaarsche pracht staat op een zilveren altaar, in een met goudborduursel en zilveren pailletten getooid kleed, de wonderdoende Maagd, die door de kracht van het geloof, dat bergen verzet, maar hier bergen doet overschrijden, de vrome menigten aantrekt uit alle vier hoeken van de Oostenrijksche monarchie.
De Frasersrivier gaat door voor den vischrijksten stroom der aarde. In den tijd van het kuitschieten komen de zalmen in dichte menigten stroomopwaarts, en hierover heeft men mij op de plaats zelve wonderen verteld. Toch waren we niet aan de oevers der Garonne, en mijn zegsman was een brave Franschman, die er reeds jaren woonde.
Zie den aardkloot wentelen, De vader-continenten bijeengegroept ter zij, De continenten van heden en toekomst, Noord en Zuid, en de landengte daar tusschen. Zie, onafzienbre ongebaande landen, En steeds gewijzigd, als in een droom gezien, woelt daar het leven, Ontelbre menigten trekken over hen voort.
Maar, arme droomenvorsten, ge ondervindt 't altijd en altijd weer, de nacht duurt niet eeuwig, de opschrikkende schemer kort, en over het verleden blijft niet immer de sprokige maanglans gespreid! Als bij het groeiend licht de menigten der menschen en der levensfeiten ontwaken, drijven zij ruw uw droomen-volk uit. Dat is dan om te schreien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek