Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Ze konden nu ook zelf zien, waarin de leer des Bijbels verschilde van die der priesters, en dat Luthers hervorming geheel in overeenstemming was met Gods Woord. Eenvoudige mannen en vrouwen, kinderen en soldaten, wisten meer van den Bijbel dan priesters en geleerden.
Terwijl in deze jaren het humanisme zijn invloed zag toenemen, en Erasmus meer en meer het middelpunt werd van deze geestelijke opwaking, verscheen den 1^en Maart van het jaar 1516 van Frobenius' pers een door Erasmus bezorgde uitgave, die van groot belang zou worden voor de Hervorming, waartoe weldra Luthers optreden den beslissenden stoot zou geven.
Daarom kon Erasmus telkens den raad geven, dat men zich toch over Luther niet zoo druk zou maken; daardoor kon hij de vergissing begaan, te denken, dat het beste was, tot Luthers beweringen het zwijgen maar te doen. Hij meende, "indien men tegen Luther maar niet zoo heftig te keer was gegaan, zou de zaak niet zoo'n vaart geloopen hebben.
Op dien preekstoel ging hij, omhangen met de teekenen van zijn waardigheid als inquisiteur, tegen Luther staan razen; en toen dit afgeloopen was, verbrandde hij op de houtmijt Luthers stellingen.
Luther moest recht voor den keizer komen staan; en nu werden hem door den kanselier twee vragen gesteld. Ten eerste, of hij erkende dat de boeken, die daar lagen, door hem geschreven waren. Ten tweede, of hij alles, wat daarin voor kettersch gehouden werd, wilde herroepen. Vervolgens werden, op verlangen van Luthers raadsman Schurf, de titels van de boeken voorgelezen en Luther mocht antwoorden.
Van Bergen deed, na dit oprecht en geloovig gebed, het vensterraam weder dicht; nam Luthers bijbelvertaling ter hand, en las daarin hoe Christus den lijdenskelk geenszins van de hand gewezen, maar gewillig geledigd had. Naar dit voorbeeld zal ik handelen, dacht Van Bergen, toen hij het boek weder dicht sloeg: met moed zal ik de moeielijke taak vervullen, dewijl mijn plicht het vordert.
En het was hem een groote vreugde, aan den zoon eenigszins te kunnen vergelden, wat hij van de ouders genoten had. Deze gelukkige lotsverandering legde in Luthers jonge ziel de eerste kiempjes van dat vertrouwen op God, dat hem heel zijn verder leven zoo krachtig is bijgebleven en zelfs door de zwaarste stormen niet aan het wankelen kon worden gebracht. Luther als student.
Hij vond dus veiliger, dat de Rijksdag hem maar onverhoord veroordeelde; te meer daar de paus hem toch al veroordeeld had. Zóó ver had hij het bij den keizer reeds weten te brengen, dat hij vergunning kreeg, vooraf Luthers geschriften te weerleggen. Hij deed dit met groote welsprekendheid, en spande aan het einde al zijn krachten in, om de vorsten tot een nieuwe veroordeeling te bewegen.
Doch daarin toont hij weinig lust. Hij maakt zich hiervan af: dan zou hij eerst Luthers geschriften met aandacht en meer dan eens moeten doorlezen; daartoe ontbreekt hem de tijd, wijl hij met zijn studiën meer dan bezet is. Bovendien zou het voor zijn geringe geleerdheid en geest een te zware taak zijn, en wilde hij aan de Academies, tot wier terrein zoo iets zou behooren, die eer niet ontrooven.
Toch doet men onzes inziens Erasmus geen recht, wanneer men alleen aan dezen karaktertrek toeschrijft dat hij, naarmate de Reformatie veld won en de door Luthers optreden ontbrande strijd heftiger ging woeden, steeds meer zijne gehechtheid aan de Roomsche kerk, zijne gehoorzaamheid aan den paus uitspreekt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek