Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Wat die romans geven in de poëzie van de gehele tijd der kruistochten en van de omzwervende losbandige ridderschap dat zelfde onberekenbare leven, zo rijk in afwisseling, van de zwerver en de vagebond dat er in onze tijd ook nu nog een klein beetje inzit, dezelfde geest die Simplicissimus te voorschijn heeft geroepen en Gil Blas, Peregrine Pickle, Wilhelm Meister en Kenelm Chillingly, een geest die in een tijd vooral dat het onrustige bloed zich nog niet naar vaste regels in de samenleving voegen kon, de bijwegen onveilig maakte en de herbergen met reizigers uit alle klassen der maatschappij vulde.

»Weet gij wat, Cæsarion," viel hier de losbandige zoon van Antonius hem in de rede, en strekte daarbij, op zijn rustbank liggende, zijn beenen verder uit, »zoo gij niet »de Koning der koningen" waart, dan zou ik lust hebben u een nietswaardige, flauwe knaap te noemen. Wie het geluk heeft de zoon van Julius Caesar te zijn, moest dat niet zoo schandelijk vergeten.

De eigenaardigheid van deze secte is de vergoddelijking van de hoofden, die ten getale van dertig tot veertig in Gudsjerat verspreid zijn. Die hoofden, losbandige priesters, Maharajahs genoemd of groote koningen, heerschen over de Banians en de Bhattia's met ijzeren hand.

Niet genoeg is het, dat gij in schandelijke weelde de vruchten van mijn zweet verkwist, terwijl ik, als een bedelaar, zonder kleederen en zonder het noodige voedsel leven moet; niet genoeg, dat een schaamtelooze modejonker mij voor den knecht mijner kinderen aanziet en mij in het aangezicht spuwt, dat hij mij als eenen knecht zal slaan; niet genoeg, dat ik hier honger lijd en bittere tranen stort, terwijl gij in losbandige vermaken zwemt; ik moet sterven als een hond, niet waar?

En inderdaad, Alonzo aan het geloof zijner vaderen gehecht al gevoelde hij ook zelf dat daarin vele dwaalbegrippen heerschten, kon in zaken van godsdienst geen den minsten spot verduren, en had daarbij, hoewel geoorloofd genoegen geenszins verachtende, een natuurlijken afkeer van dat losbandige leven, hetwelk op niets dan schade uitloopt.

Onder de losbandige en ongeregelde mannen, die bij de Orde der Tempeliers zoo talrijk waren, was Albert van Templestowe geen der minsten; maar met dit verschil van den stouten Bois-Guilbert, dat hij zijne ondeugden en eerzucht onder den sluier van schijnheiligheid wist te bedekken, en uiterlijk de dweepzucht te veinzen, welke hij inwendig verachtte.

Op de vigiliën der feestdagen wordt in de kerken zelf met losbandige liederen gedanst; priesters geven het voorbeeld, om die nachtwaken door te brengen met dobbelspel en vloeken. De raad van Straatsburg schonk jaarlijks 1100 liter wijn voor hen, die in het Munster den Sint Adolfsnacht "wakend en in gebed" doorbrachten.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek