Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Renildeken was acht jaren oud, en ze droeg een spannend kleedje dat haar lijf nauw maakte als het kelkbuisje van sommige leliën, en hare armen rilden gelijk de wiegeling van eenzame halmen. Ze had heel kleine voetjes en een kopje van porselein. Na den dood van haar vader, Doening's broeder, kwam ze nu op de vierkante hoeve wonen en dadelijk was Emanuel zeer ingenomen met haar.
Op de heuvels bij Lima, waar de grond slechts weinig hooger is, vindt men dien bedekt met een tapijt van mos en bedden prachtige gele leliën, Amancaes geheeten. Dit wijst op een veel hoogeren graad van vochtigheid, dan er heerscht op een gelijke hoogte te Iquique.
Voor de schoonste bekoorlijkheden van de vrouw volgens Oostersche begrippen heeft de dichter slechts deze eene vergelijking: zij komen hem voor "als twee welpen, tweelingen eener Ree, die onder de leliën weiden."
Op den blanken hals rust het gelaat van ongemeene schoonheid, welks zachte en toch schitterende oogen, koraalroode lippen, wangen, waarop rozen en leliën bloeien, Guy's hart ook nu weer zoo onstuimig doen kloppen.
Goud, door de leliën heen, die hoogslank bloeien in een gouden vaas, tusschen hen beiden, engel en maagd: Ave, gratia plena, Dominus tecum...
Zij waren in de eenige en niet wederkeerende minuut, op het verblindend snijpunt van alle jeugd en van alle blijdschap. Zij verwezenlijkten Prouvaires lied; te zamen waren zij geen veertig jaren oud. 't Was een verhemeld huwelijk; deze twee kinderen waren twee leliën. Cosette zag Marius in een stralenkrans; Marius zag Cosette op een altaar.
Weer klinkt het dringend tot de koningen, graven en hertogen, die onderling oorlog voeren: Het is tijd het schild "van sabel en van goude", het "lazuren" schild met de leliën op te nemen. Dan dreigend: Wie niet stoutelijk voorwaarts gaat en zijne moeder wreekt hij zal er voor boeten! Overredend klinkt het daarop: Waarom wil elk slechts vreugde? Wij moeten immers toch eens sterven?
Hier is de voorraadschuur vol koren en vleesch. Waarom zullen de kinderen der rechtvaardigen honger lijden en de boosdoeners volop hebben? Maar nu is hun tijd voorbij, de maat is vol, kavaliers! Leliën, die nooit gesponnen hebt, vogels, die nooit vergaderd hebt in de schuren, de maat is vol! In het woud ligt zij, die u oordeelt; wij zijn haar boden. Het zijn geen rechters, die uw vonnis vellen.
Duinwater hadden we niet, elken dag voeren er schuiten met vaten zuiver drinkwater door de gracht, en terzelfder tijd spoelden sommige vrouwtjes hun waschgoed in die grachten uit. 't Water zag er altijd vuilzwart: leliën en rozen. En de bakker maakte er zijn dweil in nat, waarmee hij den oven »reinigde" voor ons brood. Ook de meeste straten waren vuil.
Over de deur stond een vervaarlijk groot kabinet, waarop eenige zeer kleine wassenbeeldjes onder glazenstolpen: daarnaast hingen de kleederen des Barons en een fraai schoonschrift van omstreeks een voet in 't vierkant, met houten lijst en snijwerk van anderhalf voet breedte en dikte; welk schoonschrift den naam des Barons voorstelde in figuren, alsmede het wapen van Sonheuvel, zijnde een zilveren balk met zes dergelijke leliën op een rood veld: alles fraai met kleuren afgezet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek