United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen de Tartaar met de rekening ten bedrage van acht en twintig roebels, zonder drinkgeld, verscheen, lette Lewin er niet op, hoezeer de landbewoner anders geschrokken zijn zou van een rekening, die voor zijn deel alleen veertien roebels beliep; maar hij betaalde en reed naar huis om zich te kleeden voor het bezoek bij de Tscherbatzky's, waar zijn lot beslist zou worden.

Alles zag er helder en vriendelijk uit en gaf blijk, dat de inwoners in gelukkiger en onbezorgder levensomstandigheden verkeerden dan den egyptischen landbewoner in den regel te beurt vallen; het bleek duidelijk, dat dit dorp de woonplaats was van een rijke en machtige familie, welke belang stelde in het lot der onderhoorigen, die reeds zoo vele jaren voor hen hadden gearbeid te midden van de groene velden, die hen omgeven.

Bij den landbouw en het akkermansleven openbaart zich een nauw betrekkingsgevoel tusschen den landbewoner en de omringende natuur, en een gevoel van wisselwerking tevens. Dit is meer dan poëzie en symboliek, dit is, hoewel onbewuste, sympathetische magie, die op een zekere animistische natuurbeschouwing en ten deele op natuurvereering berust, in zoover hier althans van fetissisme spraak kan zijn.

Want, als men bedenkt dat er zooveel oorzaak was tot vreeze, zelfs voor den europeschen beambte, die dan toch geacht kon worden iets minder bloottestaan aan wraak, wat wachtte dan den armen landbewoner, die in een dorp ver van de hoofdplaats geheel-en-al in de macht zyner aangeklaagde onderdrukkers verviel?

Een ander groot eiland op de breedte van Zuid-Schotland, maar tweemaal zoo ver naar het westen, zou "bijna geheel met eenige sneeuw bedekt zijn," en al zijne baaien zouden eindigen in ijsklippen, waarvan jaarlijks groote brokken werden afgeslagen. Dit eiland zou alleen wat mos, gras en wilde pimpernel bezitten, en een veld- of boschleeuwerik zou de eenige landbewoner zijn.

"Jaô! jaô! mag een gemeen niet evengoed om de religie vervolgd worden as een edelman?" vroeg de landbewoner, eenigszins gebelgd: "ik zeg oe man, ik werd van Arminianerij beschuldigd en te gelijk met de schepens Tymen Tymenz en Leendert Leendertz van mijn post afgezet, en die werd aan Teun Wezer egeven, dat een vent is, die boven Arminiaansch boven al in 't geheel maôr van geen godsdienst afweet.

Wel wendde nu en dan een kloeke landbewoner, die op zijn vluggen draver, met ledige manden beladen, van de stad keerde, waar hij vruchten was gaan verkoopen, een rijke Leidenaar, wiens stevige merrie een deel snuisterijen droeg, te Haarlem gekocht en tot geschenken voor zijn huisgezin bestemd, of zelfs een jonge Edelman, die zijn trotschen klepper liet op en neder huppelen, in 't voorbijgaan een oog naar de bevallige rijdster; maar geen van allen giste, dat het fijne neusje, 't welk alleen uit den dicht over de oogen getrokken kaper te voorschijn kwam, aan de Roos van Dekama behoorde; en het strak en ontzag inboezemend gelaat van haar metgezel was wel geschikt om een ieder af te schrikken, die zijn nieuwsgierigheid verder had willen uitstrekken.