Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 oktober 2025
Eene sloep lag dan ook, onder de bewaking van twee te vertrouwen negers verscholen tusschen de biezen van den oever der Sint John, te wachten bij het uiteinde van de tunnel, die het woonhuis in verborgen gemeenschap stelde met de Marino kreek. Maar alvorens tot die scheiding, tot dat uiterste middel zijne toevlucht te nemen, moest men zich verdedigen.
Om echter zulk een ongeval voor het vervolg voor te komen, zogt ik eene uitgeholde plaats in de Kreek, en dezelve niet verre van den mond af gevonden hebbende, gelaste ik aan myne Negers, aldaar een hut te bouwen, en aan de soldaaten, om aldaar hunne levensmiddelen gereed te maken.
Zij hadden er volstrekt geen belang bij, hun toestand veranderd te zien, en waren dan ook bij uitstek geschikt om het fortje te bewaken en als het mocht voorkomen het te verdedigen. De slavernij-quaestie, die zich op weinige mijlen buiten de Zwarte Kreek ontwikkelde en daar alle gemoederen van hartstochten deed blaken, liet deze negers koud.
Het was inderdaad de Clorinda, die na het eiland Mull langs het zuiden omgezeild te hebben, haar ankerplaats in de kreek van Clam Shell weer kwam opzoeken. Aller blikken wendden zich toen weer naar den horizon in het westen. De zon daalde reeds met de snelheid, die zij bij het naderen der zee schijnt aan te nemen.
»Master James Burbank en master Walter Stannard." Bij die woorden kon Zermah hare aandoening ternauwernood bedwingen. Zij hield hare beide handen vast op haar borst geklemd, als vreesde zij dat de beide mannen daar buiten het bonzend kloppen van haar hart zouden kunnen hooren. Het waren dus master James Burbank en master Walter Stannard, die daar in de nabijheid van de Zwarte Kreek gezien waren?
Den 22sten Maart was hij, volgens de verklaring van Zermah, nog in de Zwarte Kreek, en op den 22sten Maart bevond hij zich, volgens uwe verzekering, kapitein Howick, die gij geput hebt uit het rapport uwer zeelieden, aan het hoofd van een Floridaasch partijgangerskorps op tweehonderd mijlen daar vandaan. Die tegenstrijdigheid vermogen wij voor het oogenblik niet op te lossen. Het zij zoo!
Het was echter geen beuzeling, en het ontrustte ons zeer, dat onze mond-behoeften byna op waaren, en dat de geene, die wy aan de Kreek vermeenden aan te treffen, niet aankwamen.
We gaan de rivier de Rewa in, die over eene lengte van 45 mijlen bevaarbaar is en tot op twintig mijlen van hare monding eene breedte heeft van 200 M. De oevers zijn laag en met een dicht plantenkleed bedekt; bananen en kokospalmen groeien er in overvloed. Des namiddags varen we een kreek binnen, waar de boot wordt vastgelegd aan een boomstam.
De vrouw zal met de prauw de kreek opvaren, terwijl haar man Lejanne en mij zal geleiden naar de plek, waar wij de kreek moeten oversteken, om zijne woning te bereiken, welke niet ver verwijderd is en in eene savane gelegen, waar een aantal Indianen zijn gevestigd. In blijde stemming en hoog gespannen verwachting, gaan wij op weg naar het dorp, waar zeker veel te zien en te leeren zal vallen.
Aan beide zyden, ziet men die van den Colonel FOURGEOUD, en van wylen den Major RUGHCOP; in het midden, en lynrecht in 't gezicht van den mond deezer Kreek, is de legerplaats der Neger-Jagers. Den gemelden 15den, liet men vaartuigen vertrekken, om de zieken weg te brengen, en krygsbehoeften aan te voeren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek