Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


Lord Keith had Rousseau in antwoord op diens brief uitgenoodigd hem in zijn zomerverblijf te Colombier, aan het meer van Neuchâtel, te komen bezoeken. Deze nam aan. De eenzelvige, knoestige, zwijgzame oude edelman en zijn gast, allebei echte zonderlingen, voelden zich onmiddellijk tot elkaar getrokken. "Onze naturen raadden en bevielen elkaar," schreef Rousseau later.

's Zomers viel een koele groene glans in de groote kamer, en 's winters lichtte de sneeuw wit van de knoestige stammen en van 't onbetreden grasveld, waar de katten van de buren voorzichtig in elkaars spoor stapten en de pooten schudden.

Deze dwerg Grauwbaard werd hij genoemd naar zijn langen, grijzen baard bezat reuzenkrachten. Hij had zich meer in de breedte, dan in de lengte ontwikkeld en zijn geweldig lange, knoestige armen zagen er uit, als in elkaar gestrengelde, oude wingerdranken. 't Eigenaardigste aan hem was echter, dat hij ondeugende, kleine jongens kon ruiken.

Somtijds ook kleine oerwouden van knoestige steen- en kurkeiken, machtige cederboomen, donkere cypressen en hoog opgeschoten eucalyptussen, waar alles verward door elkander staat en met klimplanten omstrengeld is. Ook levende wezens ziet men langs den weg.

Verder was het spoor duidelijk te volgen: platgetreden mos en gebogen grashalmen, bebloede bladeren, en aan de knoestige uitsteeksels van oude, omgewaaide boomen hier en daar een plukje zacht haar. Zoo ging het den heuvel op, naar een woeste, wilde streek, waar het geen nut had het nog verder te volgen.

Drikus durfde niet omhoog te zien, en toch kon hij er niets aan doen, dat zijn nekspieren zich kromden en hij zijn hoofd ophief. O ijselijkheid! Aan den hemel reed een gloeiende koets, getrokken door twee zwarte bokken met knoestige hoornen en in hun razende vlucht klapwiekten de vleermuis-vleugelen, die uit de zijden der spookdieren schoten. In den wagen zat een dame in witten mantel.

Zij waren geheel naakt, en hunne lange haren fladderden wild over hunne aangezichten; met knoestige stokken in de hand sprongen zij van den grond op, zwaaiden hunne armen boven het hoofd en lieten het afschuwelijkste gegil hooren.

Pas heeft men het oude fort Skansen en de arbeiderswijk Annedal achter zich gelaten, en dat is niet verder dan een kwartiertje rijdens, of er ligt een prachtig bosch vóór ons, het Slottskog. Het is groot, heuvelachtig, van kloven doorsneden en grillig door de kale rotspartijen. Knoestige eiken staan er naast blanke berken, trotsche dennen en aardige, bloeiende haagdoorns.

Verscheidene bootjes liggen hier aan den oever, voorzien van teenen korven, waarin de visch geborgen wordt. Langs den oever staan oude knoestige wilgen naast kleine knotwilgen, beiden nog prijkende in den dos hunner grijsachtig zilveren bladeren. Op den achtergrond breiden krachtvolle eiken hunne zware takken over het kreupelhout uit.

Een zoevende wind schuifelde door de knoestige boomarmen. De laan lag eenzaam onder een violet-blauwe lucht, waar striemde, schuins-door, het zweepende onweer. Een groene tram rinkelde voorbij. De kleine oogjes van Takker beloerden de tokkeling van den regen of blikten hooger-op naar een vlek van den lagen hemel, waar rolde een logge wolkenjacht.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek