Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Ook zijne vroomheid wordt gehuldigd en daarbij opgemerkt, dat hij toch niet dweepziek was; wellicht was hij het niet volgens de begrippen van dien tijd, maar wij kunnen, omtrent zijne verdraagzaamheid geene hooge gedachten koesteren, wanneer we zien, dat hij eene Brusselsche dienstmaagd wegens ketterij verbranden liet.
Was de koning reeds heftig vertoornd over de uitbreiding van de ketterij in de provinciën, hij geraakte in de grootste woede, toen hij het bericht van den beeldstorm ontving; "Dat zal hen duur te staan komen," riep hij, zich den baard uitrukkend, "ik zweer het bij de ziel mijns vaders!"
Een onweersprekelijk feit is, dat hij, vreesachtig als hij was, gaarne buiten moeite bleef, en dikwijls kans zag uitlatingen, die hem onder verdenking van ketterij brachten, later weer te verzachten, of geheel te verloochenen.
Hij was van natuur geen wreed of hardvochtig mensch, maar met eene van natuur koude geaardheid, en met een verheven, schoon verkeerd begrip van plicht, was zijn hart langzamerhand verhard geworden door zijn kloosterleven, door de hooge macht, welke hij uitoefende en door de gewaande noodzakelijkheid om het ongeloof ten onder te brengen, en de ketterij uit te roeien, welke verplichting naar hij meende, bijzonder op hem rustte.
De koning was zoozeer verdiept in dit onderwerp, hetwelk zijne gansche ziel vervulde, dat hij geen acht sloeg op het zwijgen van den prins, maar voortging, alle bijzonderheden van zijne afspraak met Philips II uiteen te zetten en dat hij hem meedeelde, hoe ook Philips van plan was, in de Nederlanden een ieder, die slechts van ketterij verdacht was, aan den brandstapel of het schavot over te leveren.
En inderdaad, te verwonderen is het niet, dat de eigenaardige bekeerings-methode der eerwaarde vaders voor minder plooibare en diplomatieke geesten iets zeer aanstootelijks hebben moest en zeer na aan ketterij en afval grenzen.
Behalve om dit ten tooneele voeren van Erasmus door zichzelf, is deze dialoog ook merkwaardig om eene zinspeling op de meedogenlooze en bloedige geloofsvervolging in die dagen, teeken van de wassende magt der ketterij. "Indien er nu de eene of andere goede God opstaat die de vorsten met elkander verzoent," klaagt Charon, "dan ben ik een bedorven man."
De monniken beschuldigden hem nu van medeplichtigheid aan ketterij, en noemden hem een scheurmaker; maar hij wees hen op paragraaf elf van de keizerlijke ukase betreffende de dissenters, waarin met zoovele woorden te lezen staat dat ieder mag gelooven wat zijn geweten hem gebiedt, en deswege geen overlast zal lijden, zoolang hij door zijne pogingen om anderen te bekeeren geen onrust en ergernis verwekt.
En na den bouw van dit huis veroverden zij het koninkrijk Granada, roeiden de ketterij uit en verdreven alle ongeloovigen, verkregen alle rijken in Spanje en Indië, en voerden hervormingen in bij alle kerken en gemeenten van monniken en nonnen, die in hun gebied hervorming van noode hadden; en na zoo groote en voortreffelijke werken stierf de koningin te Medina del Campo, gekleed in het gewaad van den H. Franciscus, den 5den November van het jaar 1503.
Nichiren zag in, dat het Buddhisme niet langer uit de eenvoudige leerstellingen van Buddha bestond. En dit was nog niet het einde van hun ketterij, want het bleek hem, dat priesters en bevolking ook Kwannon en andere godheden aanbaden. Nichiren wenschte die godheden aan kant te zetten en het Buddhisme in zijn oude zuiverheid en eenvoud van opvatting te herstellen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek