United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar nu volgens Bédier de huwelijksband onder de Kelten zeer los was, wat hij bewijst door eene aanhaling uit de wetten van koning Howel den Goeden, moet datgene, wat de sage hare grootste bekoring gaf, eraan toegevoegd zijn in Frankrijk, in eene christelijke samenleving en door iemand met een fijn-besnaard, dichterlijk gemoed.

Sir John Rhys heeft aangetoond, dat er onder de oude Kelten algemeen het geloof heerschte niet alleen, dat de naam een deel van den mensch uitmaakte, doch het 't deel van hem was, dat de ziel genoemd wordt en vele barbaarsche stammen uit onze dagen beschouwen hun namen als edele deelen van zichzelf en nemen de zorgvuldigste voorzorgsmaatregelen, hun ware namen te verbergen uit vrees, dat deze aan een heks gelegenheid geeft hun eigenaar leed te doen.

De Grieksche geschiedschrijver Dio Cassius, die Rome's historie heeft te boek gesteld, verhaalt, dat de Kelten oudtijds de beide oevers van den Rijn bewoond hebben en zelfs ook daar gevestigd waren, waar de stroom, Gallië ter linker zijde latend, in den Oceaan valt; terwijl Julius Caesar meedeelt, dat de Keltische Menapiërs kort vóór zijn komst in deze streken den rechter Rijnoever bewoonden.

In het laatst van de 5de eeuw moeten ze hun heerschappij over de Po-vlakte afstaan aan de Kelten, en ongeveer in denzelfden tijd wordt Veii door de Romeinen vernietigd. In de 4de eeuw neemt nu de macht van Etrurië sterk af, totdat het, in ongeveer 280, geheel van Rome afhankelijk wordt.

Afzonderlijke hoeven liggen in echt kern-Germaansche streken, die nimmer door Kelten zijn bewoond, als in Noorwegen, noordelijk Zweden en op de Westkust van Sleeswijk-Holstein.

Volgens hem waren deze beide voorstellingen den Kelten geheel vreemd, eene stelling welke derhalve in lijnrechte tegenspraak is met die van Paris. Wel vinden wij hetzelfde thema reeds vóór het ontstaan van "Erec" behandeld in den "Roman d' Alexandre", maar ook in de figuur van den Macedonischen held wordt het ideaal van een Fransch ridder uit dien tijd geteekend.

Professor Alfred Nutt, de schrijver van het bekende werk: "Studies in the Legend of the Holy Grail", Londen 1888, is van meening, dat de oorsprong van den Graal te vinden is in de mythologie der oud-Iersche Kelten, waar wij veelvuldige vermelding vinden van wonderbaarlijke talismans, welke den bezitter een onuitputtenlijken overvloed verschaffen van al, wat hij zich wenscht.

Alle volken, waar de ethnologen wat verlegen mee zitten, Kelten, Iberiërs, Basken, Carthagers, de Guanchen van de Kanarische eilanden en Etruskers, zijn als voorvaderen der Berbers aangewezen.

In de vedische zangen der Indiërs wordt de snelle valk als bliksemdrager vereerd; bij de Grieken vervulde waarschijnlijk de arend, de lieveling van Zeus, oorspronkelijk dezelfde rol; de Kelten beschouwden het winterkoninkje als bliksemdrager; de Romeinen kozen daartoe vermoedelijk de specht, die nog door Plinius incendiaria avis genoemd wordt; en onze germaansche voorvaderen belastten daarmede den ooievaar.

Lage landen aan zee, oostwaarts zachtkens opglooiend, overal afgebroken door plassen en meren en breede rivieren; eenzame heiden en uitgestrekte bosschen, afgewisseld door poelen en moerassen. Over die woeste gronden zwerven Kelten en Germanen, jagers en visschers, levend van de hand in den tand, een ruw en zorgvol bestaan rekkend in den strijd met wilde dieren.