Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Terwijl Iwein links en rechts spiedde of er geen ridder ter verdediging van de bron opdaagde, heerschten in het kasteel van Laudine groote angst en verslagenheid. Een vreemde ridder, zoo zeide men, was aan de bron verschenen en had de tooverkrachten, die daarin verscholen lagen, in werking gesteld.
Aan de zijde der vorstin waren de dapperste en meest geziene ridders van het hof gezeten: Walewein, de zoon van koning Loth en de eigen neef van koning Arthur, Iwein, bijgenaamd de Leeuwenridder, Lanceloet en eenige anderen. De koning zelve had nog steeds geen plaats genomen op zijn zetel aan de zijde der koningin.
De koning en koningin begaven zich intusschen naar hunne eigen vertrekken om enkele oogenblikken rust te nemen, alvorens zich opnieuw in het feestgewoel te mengen. Enkelen onder 's konings vertrouwde ridders betrokken de wacht voor zijne vertrekken. Onder hen waren Segramore, bijgenaamd de Begeerige, Colgrevance, Key, de seneschalk en Iwein, de zoon van koning Uriens van Wallis.
Het was eene bonte aaneenschakeling van feestgelagen, ridderspelen en vroolijke samenkomsten in de zalen en parken van het prachtige kasteel en elke dag bracht nieuwe gelegenheid voor Iwein om zich bij zijne nieuwe vrienden gezien en bemind te maken.
Toen Colgrevance dan ook ophield met spreken, barstte Iwein los met den uitroep: "Gij deedt wel, waarde neef, met ons te vermelden, wat u overkomen is en ik zweer u bij onze vriendschap, dat ik den smaad, u aangedaan, zal wreken!" Nauwelijks had hij deze woorden gezegd, of opnieuw kwam Key tusschenbeide. "Hoort gij het allen goed?" riep hij uit.
Toen Iwein de spijzen had genuttigd, die Luned voor hem bereid had, begaf hij zich opnieuw ter ruste en ontwaakte eerst vroeg in den morgen uit een diepen, verkwikkenden slaap, Toen hij luisterend het hoofd ophief, troffen opnieuw klanken zijn oor en hij sprak tot Luned, die nog steeds de wacht bij het venster hield: "Wat beduidt het rumoer op het slotplein?"
Vooral Walewein toonde groote blijdschap over deze ontmoeting en bracht op zegevierenden toon Key de voorbarigheid van zijne voorspellingen onder het oog, zich verheugend over de schitterende wijze, waarop Iwein deze gelogenstraft had.
Alle aanwezigen hadden in gespannen aandacht naar hem geluisterd, vooral Iwein, wiens warme genegenheid voor den spreker, die bovendien een eigen neef van hem was, hem het verhaal van zijne avonturen dubbel belangwekkend deed voorkomen.
Iwein zat onder den boom, en staarde peinzend voor zich uit, het hoofd gesteund op de hand. Vóór hem lag de leeuw, met zijn trouwen blik op het gelaat zijns meesters gericht. Toen deze Luned zag naderen, sprong hij verheugd op, want aan de uitdrukking van haar gelaat zag hij, dat zij goede tijding bracht.
Iwein schudde het hoofd: "Gij zijt mij geen dank verschuldigd, schoone vrouwe", sprak hij ernstig, "zonder u zwierf ik nog als een wild dier rond in de bosschen en het weinige, dat ik voor u deed, geschiedde uit diepe erkentelijkheid. Is het bovendien niet de plicht van iederen ridder om te strijden voor recht en billijkheid; om de zwakken te steunen en de boozen te bestrijden?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek