United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aristoteles spreekt van een inktvisch van vijf ellebogen, dat is 3,1 meter. Onze visschers zien er dikwijls, die langer zijn dan 1,80 m. De museums van Triëst en Montpellier bewaren skeletten van inktvisschen, die twee meter lang zijn.

Ze hadden 't bed verlaten, en loerden door 't sleutelgat. Juffrouw Pieterse riep om haar "lodderyndoos" en zei dat ze 't besterven zou. Vrouw Stotter eischte haar "oudje" en Stoffel speelde den inktvisch, zoo goed-i kon.

Eerst kon ik niet begrijpen wat dit was; doch later zag ik, dat het deze inktvisch was, die, ofschoon in een hol verborgen, mij zoodoende meer dan eens tot de ontdekking er van leidde.

Deze klauwen zijn zeer dun, en met de fijnste tanden bezet, die naar achteren zijn gericht; hunne gebogen einden zijn afgeplat, en op dit gedeelte bevinden zich vijf zeer kleine bekervormige organen, die schijnen te werken evenals de zuigers op de armen van den inktvisch.

Met zeer veel belangstelling sloeg ik bij verschillende gelegenheden de gewoonten van een Octopus of inktvisch gade. Ofschoon algemeen in de waterpoelen voorkomende, die door de eb worden achtergelaten, waren deze dieren niet licht te vangen.

De walvischvangst is eene te moeilijke en zware taak, maar somwijlen gelukt het hun, een gansche school van kabeljauwen te vangen. Hun geliefkoosde kost is de inktvisch. In den zomer kunnen zij goed leven, naar mij Ah-Tim, een der volkplanters, verzekert. Het bosch voorziet hen van brandstof, en de zee laat hen nooit verlegen om visch.

Deze vriend was verpletterd, verstikt, in elkander gedrukt door den vreeselijken arm van den inktvisch, wellicht later tusschen de ijzerharde kaken verbrijzeld, en zou niet met zijn makkers rusten onder het kalme water in een koralen graf! Te midden van die worsteling had de wanhoopskreet, door den ongelukkige geuit, mij het hart verscheurd.

Toen hij in het Paleis van den Zeekoning gekomen was, kwamen brasem, bot, tong en inktvisch naar buiten, om Urashima hartelijk welkom te heeten. Nadat zij hun vreugde over zijn komst hadden te kennen gegeven, geleidden die vazallen van den Drakenkoning den visschersknaap naar een binnenvertrek, waar de schoone Prinses Otohime met haar dienststoet gezeten was.

"De voelarmen en de staart van deze dieren groeien telkens opnieuw aan, en in zeven jaren tijds heeft de staart van den inktvisch van Bouguer zeker tijd genoeg gehad om aan te groeien." "Bovendien," antwoordde Koenraad, "als dit dier het al niet is, dan is het misschien een van deze hier." Werkelijk verschenen andere dieren voor het andere raam. Ik telden er zeven.

"Welnu, als mijnheer mij niet kwalijk neemt," antwoordde Koenraad dood bedaard, "dan is hier, zoo niet de inktvisch van Bouguer, dan toch éen van zijn broertjes." Ik keek Koenraad aan; Ned Land vloog naar het venster. "Wat verschrikkelijk beest!" riep hij. Ik keek op mijn beurt, en kon een gevoel van afgrijzen niet onderdrukken.