Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Teunis wilde door de straat van de Middellandsche zee, om te varen voor den rijken koning van Egyptenland, gelijk hij wel eer gedaan had. Maar Inka zeide dat hij zijn bekomst had van al dat Findas volk. Inka meende dat er misschien wel een hooggelegen deel van Atland, bij wijze van eiland, zoude overgebleven wezen, waar hij met zijne manschappen vredig leven mocht.
Zijn geheele leger bestond uit slechts zevenenzestig ruiters, honderdtien lansknechten, zeventien boogschutters en drie musketiers benevens eenige kleine kanonnen, en uit hetgeen Pizarro van Felipillo begrepen had, kon de Inka gemakkelijk tegenover één Spanjaard duizend Peruanen stellen.
Pizarro ontving de Gezanten vriendelijk en zond hen met enkele voorwerpen van Europeesch maaksel, als een geschenk voor den Inka, terug. Toen men eindelijk te Caxamalca aankwam, was het half November geworden.
Toen nu Felipillo nog verklaarde dat de Inka eene samenzwering smeedde tegen het leven der Spanjaarden, werd Atahualpa, beschuldigd dat hij zijn' broeder had laten vermoorden, dat hij eene samenzwering tegen de Spanjaarden smeedde en dat hij volhardde in zijn Heidensch geloof, door Pizarro's rechtbank veroordeeld om levend verbrand te worden.
Met een gevolg van slechts vijfduizend ongewapende mannen kwam hij in de stad; de overigen moesten buiten blijven. Tot groote verbazing van den Inka was nergens een Spanjaard te zien. Vol verontwaardiging over zulk eene ontvangst riep hij uit: »Waar zijn dan nu de vreemdelingen?« toen een Geestelijke verscheen en op den Inka toetrad.
Hij nam het Christendom aan, liet zich doopen en werd geworgd. Het is zoo natuurlijk als iets, dat de dood van Atahualpa, die gestorven was zonder omtrent de opvolging eenige beschikking gemaakt te hebben, de grootste wanorde te voorschijn roepen moest. Een Inka werd niet gekozen door Priesters van de Zon, door Edelen of Krijgsbevelhebbers.
Met de opbrengst van het Kroonland, als wij het zoo noemen mogen, bezoldigde de Inka niet alleen zichzelven en zijne familie, maar ook de Edelen en alle anderen, die hij wilde begunstigen. De Peruanen bestonden uit drie standen, en wel uit den Priester- en Adelstand en uit het Volk. De familie der Inka's behoorde tot geen' stand; daartoe was ze te verheven.
Het schrift der leessnoeren, die den naam droegen van »Quippos« was echter veel gebrekkiger en veel ingewikkelder dan het genoemde telegraphisch schrift, zoodat het niet te verwonderen valt, dat alleen Inka's, leden van zijn geslacht, Priesters en Edelen de »Quippos« lezen konden. Van boeken had men derhalve geen begrip, en nu we dat weten, wordt de handeling van den Inka minder onnoozel.
De Priester, die waarschijnlijk gehoopt had, dat zijne prediking in goede aarde zou vallen, raapte zijn Brevier op, liep naar het vertrek waar Pizarro zich bevond en deelde hem, vol geloofs-verontwaardiging, mede, wat de Inka gedaan had. Zulk eene daad moest gestraft worden. Pizarro schijnt echter wel geweten te hebben hoe de zaak afloopen zou; dat blijkt uit alles.
Een der Peruanen uit Toembez had met Pizarro de reis naar Spanje medegemaakt, vrijwillig zeiden we. Nu ja, Pizarro had hem niet gedwongen, maar Felipillo, zoo heette de man, had wat op zijn geweten, en zou door Inka Atahualpa hoogstwaarschijnlijk niet zoo heel vriendelijk behandeld zijn. Deze Felipillo nu was met den anderen Peruaan alweer bij Pizarro aanboord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek