United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wilde iemand naar Spitsbergen om zeldzame waterplanten te zoeken of kopermijnen exploiteeren ergens aan 't eind van de wereld in Dovrefjeld, stoombooten bouwen of bedehuizen, waterpompen of een circus oprichten, men ging maar het imposante kantoor van Lövdahl binnen, zette zijn plannen uiteen en noemde een paar namen, dan was de vennootschap gevormd, een crediet geopend en een nieuw wisselstroompje werd geboren, dat voortschuimde, zich met den grooten stroom vereenigde en in de bewegelijke massa verdween.

Men ziet op de fries de echtgenooten te paard in het woeste rotsgebergte, gevolgd door werkvolk dat de rotsen doorhakt en door een locomotief. Midden door deze groep gaat helaas de groote barst, die nu een meer dan een meter wijde gaping is. Het schoone en imposante is verdwenen en herstel zoo goed als niet mogelijk, men zou bijna een geheel nieuwe Arch moeten optrekken.

Onze trein glijdt over een tapijt van bloemen voort, over groote gele margrieten, papavers, gele tulpen, roode klavers, brem, en uit het portier geleund, zien we de eenzame plateaux voorbijschuiven, waarvan de armoede nu zich verbergt onder het vachtje van groen en bloemen. Links verheft de Zaghoean zijn imposante massa.

De maan doet zich eigenlijk zelden schoon voor, en als zij mooi is, dan is zij, zoo als Veervlug beweerde, kaarsmooi; maar toch trekt zij aan, toch is er iets zoets en liefelijks in haar aangezigt; maar zeker is haar effect heerlijk en aantrekkend, als zij met hare imposante kalmte, als beheerscheres der nacht, door glinsterende sterren gelijfstaffierd, van hoog uit de lucht op het meer van Genève neêrziet.

Haar hooge torens staan te stralen, warm in de gloeiende zon, als de minaretten eener oostersche citadel; haar vreemde geluiden gonzen in uw ooren; haar eigenaardig silhouet verandert zienderoog van een vage mengeling van glinsterende, hooge huizenbrokken in een geregelde, imposante rij van winkel- en kantoorgebouwen, welker architecten iets beters voortbrachten dan ze zelf hadden bedoeld.

Ginds verre, aan den grijzen watereinder, verrijst, in de vroeg-dalende schemering, de imposante kathedraal van Chartres. Zullen we daar maar ophouden en den nacht doorbrengen.

Er komen dan ook geloovigen van allerlei aard hun godsdienstplichten vervullen, want hier zijn die heiligdommen bescheiden bedehuizen, waar het een of ander kostbaar stuk wordt bewaard als herinnering aan een daad van vroomheid, en ginds geven hun poorten toegang tot imposante gewelven, waar voortdurend gebeden worden gemompeld en waar de offeranden zich opstapelen, waar edelsteenen fonkelen tusschen 't goud van tronen en beelden.

Om vijf uur stond ze in de imposante, nachtelijke hall, waar schaars een enkele schemerlamp brandde. Nog nooit had zij de vorstelijke entrée van het paleis zoo schoon gezien van lijn, van kleur en van stemming als nu: menschenleeg en in dit luttel licht. Verlaten lagen de statige trappen. Hier droomde 't nu alles van vroeger.

We worden er nu stil onder. Wanneer zullen we Ispahan zien? De versche paarden. Het zijn kwade beesten, die schoppen in plaats van te trekken. Wij hebben een koetsier op den bok en een ander vóór de paarden, die niet vooruit willen. Toen gingen de koetsiers duwen. Van het imposante landschap zagen we op deze wijze niets.

Naast de in het vorige hoofdstuk behandelde planten, die onder water groeien, staan, wat betreft de geringe zorgen, die met drijvende bladeren. Deze planten vormen meestal zeer lange bladstelen, die tot aan het wateroppervlak groeien, waarna zij de vlak op het water drijvende bladeren ontwikkelen. De bijna altijd schoone, dikwijls zelfs imposante bloemen drijven ook op het watervlak of heffen zich daar slechts een weinig bovenuit. Veel dezer planten zijn echter gevoelig voor de droge kamerlucht; staan zij daarin, dan worden de bladeren spoedig door bladluizen aangetast. De beste wijze om deze ongenoode gasten te verwijderen is het blad voorzichtig uit het water te nemen en het met verdund tabaksextract in te smeren. De meeste waterplanten met drijvende bladeren vermenigvuldigen zich, evenals de onder water groeiende, door uitloopers, terwijl andere zich gemakkelijk uit zaad laten kweeken. Des winters sterven de hiertoe behoorende planten meer of minder terug, veel sterven zelfs geheel in. In het voorjaar groeien zij echter, bij een weinig warmte, weder zeer spoedig uit. Staan deze planten in een stoffige kamer, dan moet men niet vergeten de bovenzijden der bladeren nu en dan met een sponsje af te vegen. Bespuiten der bladeren is d