Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
't Is u niet onbekend, wat diepe neiging Ik voor den balling Valentijn steeds voed, Noch, hoe mijn vader tot een echt mij dringt Met de' ijd'len Thurio, dien mijn ziel verfoeit. Gij hebt bemind; ik hoorde zelve u zeggen, Dat nooit een leed zoo diep uw harte trof, Als toen uw dierbare uitverkoor'ne stierf, Wier graf uw eed van eeuw'ge trouw vernam.
Doch met mijn eer durf ik er borg voor zijn, Dat de eed'le Titus schuldloos is in alles; Zijn onverholen woede toont zijn leed. Zie op mijn bede hem genadig aan; Verlies door ijd'len waan geen vriend als hij, En grief zijn vriendlijk hart niet door uw fronsblik. Verhoor mijn bede, en laat mij dan begaan.
Ik weet een plekje, waar de thym nu bloeit, De sleutelbloem en 't zacht viooltje groeit, Waar 't roosje met jasmijn zijn geur verbreidt, Door zoete kamperfoelie overspreid; Daar zoekt des nachts Titania soms rust, In 't groen door dans en zang in slaap gesust; Daar werpt de slang vaak af haar glinsterhuid, Dat kleed, dat nog met ruimte een elf omsluit; Ik raak haar de oogen met dit bloemsap aan, En vul haar 't brein met ijd'len, dollen waan.
En echter, 't leed was koen gedragen Vergeef dat woord van ijd'len trots; In ootmoed schiep zijn ziel behagen Hij droeg het, waard de hoede Gods, Die hem beschermde in 't golfgeklots, Het laaije vaartuig uitgeslagen, Die, voor den ingang van den nacht, De scheepsboot tot zijn redding bragt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek