United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Almachtige God!" riep Frederik Hendrik met ijzing uit: "wie kon u zulke denkbeelden van mij inboezemen?" "Wie? uw gedrag: hij, die zoo diep ontaard is, dat hij, met den huichelachtigen lach der onschuld op het wezen, zijn broeder, zijn vorst misleiden kan, zijn Godsdienst verloochenen, zijn vaderland verraden en met snoode dienaars en schelmen heulen, is even goed tot een broedermoord in staat."

Hij deed dat ook, en, ziedaar, alweer eene nieuwe reden om den gehaten vreemdeling, den »huichelachtigen Liguriër«, nog meer vijandig te zijn. De ongunstige gezondheids-toestand dwong hem ook om iedereen aan den arbeid te zetten; hij stelde niemand vrij. Ridders en Priesters, die nimmer handenarbeid geleerd hadden, dwong hij hetzelfde en evenveel werk te doen, als een geboren werkman.

Marcel dankt dien welbespraakten heer voor zijne vriendelijke woorden, en verontschuldigt zich dat hij geen bezoek bij hem heeft afgelegd en niet met hem in overleg is getreden ter zake van het bezoek aan de moskeeën en andere heiligdommen. "Wanneer wenscht gij de moskeeën te bezoeken, Çaheb?" antwoordt hij, op huichelachtigen toon; ik zal al mijn best doen om Uwe Excellentiën ter wille te zijn.

Doch dit staat vast: van alle europeesche mogendheden plaatst Rusland alleen zich, ten aanzien der oostersche kwestie, op de historische lijn; weigert Rusland alleen logens en huichelachtigen schijn voor waarheid aan te nemen; begrijpt Rusland alleen wat de roeping, de plicht en dus het recht van het beschaafd Europa tegenover Turkije is; handelt Rusland alleen overeenkomstig dien plicht.

Zeker zou Alonzo zijne bespiegelingen hebben voortgezet, en door zijn driftig gestel nog langer tusschen hoop en vrees zijn geslingerd geworden, ware de jonge edelman, die Adelgonde even te voren was tegemoet gaan, en in wien wij de trekken van hem herkennen, die in het vroeger met Van Bergen gevoerde gesprek, ons reeds zijn huichelachtigen aard ontdekte, hem niet met een schijnbaar vriendelijk gelaat ware genaderd, en, hem in zijne overpeinzingen storende, vragend had aangesproken.