Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Behalve Rozeke's ouders en broeders waren daar ook velen van de makkers met wie zij in de zomerdrukte op boer Kneuvels' hoeve werkten, en zij hadden allen dolle pret en haalden grapjes uit, een beetje dronken reeds van 't joelen om het houtvuur.
Frissche bloemen versierden de tafel, de lampen gloeiden zacht onder warmkleurige kappen en een groot houtvuur brandde flikkerend en knappend in den breeden haard. Soms hoorden wij vaag geluid en gestommel in den donkeren nacht. Dat kwam uit de oranjerie, vlak bij het huis, waar de manschappen op stroo ter ruste lagen. Vijftig lagen er.
De haard, waarin een houtvuur brandde, was behoorlijk gebouwd en prijkte met een roode pleisterversiering. Ik zag hier noch den tendour, de in den grond uitgegraven oven, noch de akelige tesek, koeken van mest, die op de geheele armenische hoogvlakte zulk een groote rol spelen, en overal bij de deuren en op de terrasdaken liggen opgestapeld.
Zij klauterden in de populieren en roofden er de vogelnesten; zij liepen in de wei en vingen er kikkers, die zij dan vilden en in houtvuur lieten braden; of zij speelden gewoon met knikkers en dobbelden om centen, wat wel eens gekrakeel en ruzie gaf. 't Was soms net een bende jonge spreeuwen, die zich kwetterend en kwebbelend ergens laat neervallen.
Het kleine wachtkamertje kon ons niet allen bevatten, maar vriendelijk liet hij ons dan maar van zijn bureau gebruik maken. In Abisko teruggekomen, konden wij bij een vroolijk knappend houtvuur onze natte kleederen drogen. Het regende nog steeds, een mooien zonsondergang of opgang was dus niet te verwachten.
En verder beloofden wij ons van eenen avond met den kapelaan wonderen van gezelligheid. Wie zou niet gaarne de verveling van een logement verruild hebben voor wat kout met eenen minzamen gastheer? en het ploeteren door regen en modder voor een lekker houtvuur, een paar pantoffels, eene sigaar en een keteltje warmen kruidenwijn?
Zijn eerste vrouw, Fogaets van Bethune, lag wenend tegen zijn borst, terwijl haar zonen Robrecht en Boudewyn zijn handen met liefde in de hunne drukten. Dit was het laatste tafereel. Bij de marmeren schoorsteen, in dewelke een klein houtvuur blaakte, zat de oude Graaf van Vlaanderen in een zware armstoel.
Een klein houtvuur smeulde in den heerd, ter oorzake van de wakheid. Want bij wet en recht is het in Vlaanderen voorgeschreven, goed te zijn voor hen die moeten sterven, en hun brood, vleesch of kaas, alsmede wijn te geven. Maar de schrokkige cipiers overtreden dikwijls de wet, en talrijk zijn zij, die het grootste en beste deel van het eten der arme gevangenen achterhouden.
De mannen rookten een pijp, de vrouwen kregen een frisch-levendige kleur onder de warmte van het houtvuur, dat gezellig in den breeden haard opflakkerde; en vlak naast hen, op tafeltjes en vensterriggels, stonden de jenever-en-krieksap- flesschen en de kleine glaasjes. Buiten viel langzaam de vroege, grauwe schemering in.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek