United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sluis en Hulst hebben bij de Pacificatie van Gent met kracht er op aangedrongen, dat de Spaansche, Hoogduitsche en Italiaansche krijgsbenden uit het land zouden verdreven worden, en zij hielden zich aan de Unie van Utrecht.

In de nederlandsche volkstaal gebruikt men gewoonlik den form Italiaander, overeenkomende met het hoogduitsche Italiäner, voor het meer boeksche Italiaan. En Portegies, in plaats van Portugees, was oudtijds de gewone volksuitspraak van dit woord, die ook thans nog van onze zeelui, vooral van die van frieschen stam, gehoord wordt.

Volgens hoogduitsche taalgeleerden beteekent deze naam, die reeds zeer oud is, en in Duitschland reeds betrekkelik vroeg in de middeleeuen voorkwam, in het Oud-Hoogduitsch: »rijk aan zaligheden." Immers is Saeldenrich de oudste form waaronder deze naam voorkomt.

De naam Kruisinga wordt in de friesche streken van ons land natuurlik als Krusinga uitgesproken, en in de friso-saksische en Saksische als Kroesinga, eigenlik Krusinga met hoogduitsche u. Van daar dat in Drente deze geslachtsnaam in den form Kroezinga voorkomt. Maar terwijl deze verwisseling van i in e elders zeer zeldzaam is, komt ze in Friesland juist dikwijls voor.

SCHERER, Gesch. der D. Lit., S. 143-4; PIPER, Spielmannsdichtung, II, 299; Grundriss der German. Phil., II, 1, 258. Uitgegeven door STEINMEYER in Z.f.d.A., 21, Bd. S. 307 flgg. STEINMEYER gelooft dat de afschrijver aan de taal een Hoogduitsche tint gegeven heeft.

Dit thoe maakt nog deel uit van enkele oud-nederlandsche geslachtsnamen, en komt ook voor als vertaling van het hoogduitsche voorzetsel zu, welks plaats het volkomen inneemt.

Sedert het begin dezer eeu, sedert Oost-Friesland een deel uitmaakte van het koninkrijk Hanover, en nog meer sedert de helft dezer eeu, en vooral sedert Oost-Friesland by Pruissen werd ingelijfd, werd by de Gereformeerden het Nederlandsch ook door het Hoogduitsch verdrongen, al bleef dan zelfs in de grootste oostfriesche stad, in Emden, nog tot voor weinige jaren, de nederlandsche taal nevens de hoogduitsche by de openbare godsdienstoefeningen in gebruik, en als is die taal daar nog niet volkomen uit de kerken verdwenen.

En als een Leeuwarder ergens komt waar eikenhout in voorraad ligt of verwerkt wordt, dan zeit hy wel: »it ruukt hier eekerich." Toch heet de eikel, de vrucht van den eek, te Leeuwarden niet eekel, zoo als het zijn moest in overeenstemming met het hollandsche eikel en het hoogduitsche eichel, maar ekkel.

En met deze lieden zijn eenigen van die namen in de Nederlanden gekomen; b. v. Abrahamson, Davidson, Benjaminson, Levison met Levisson, Salomonson, enz. Eenige namen op sohn uitgaande, zijn natuurlik ook van hoogduitsche inkomelingen afkomstig; b. v. Behrensohn, Elsensohn, Levyssohn en Leefsohn.

In assieblief is assie zamengesteld uit as 't je, en daar is 't geassimileerd aan s en dus dubbel in het gesproken woord en schrift beide. In vele woorden houden zij bij de opening nog de oude sk aan in plaats der Hoogduitsche sch; b. v. skaar, skeuins, skoten, skrokken, voor schaar, schuins, schoten, schrokken.