United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


De muitelingen verëenigden zig met zestien honderd andere kastanje-bruine Negers, die zedert langen tyd zig op agt dorpen hadden nedergeslagen, in de nabyheid van deeze zelfde Kreek. Zy leverden verscheide gevechten, waar van de goede uitslag hun wapenen verschafte; en de Colonisten zagen zig gedwongen om vrede met hun te maaken, zoo als, in 't jaar 1749, met de muitelingen van Saraméca.

"Zeker; maar na de kolenlagen van Europa, waarin nieuwe werktuigen weldra nog dieper zullen dringen, zullen de steenkool-aderen van Amerika en Australië nog langen tijd voorraad verschaffen aan de behoefte der nijverheid." "Hoe lang?" vroeg de reporter. "Minstens twee honderd vijftig of drie honderd jaar."

Ik heb opzettelijk het gedrag van dezen man beschreven, omdat hij handelde in de volle overtuiging dat zij Indianen waren. Doch zoodra was deze dwaze vergissing ontdekt, of hij noemde mij honderd redenen, waarom het geen Indianen zijn konden. Op die oogenblikken had hij echter al deze redenen vergeten.

Van de Coppermine had Atangala zich huiswaarts gewend, en toen hij hoorde, dat er een schip in Ogchoktu lag, besloot hij ons te bezoeken, ofschoon de afstand een paar honderd zeemijlen bedroeg, en te onderzoeken of hij ook zaken met ons zou kunnen doen. Hij blufte van belang, beweerde dat hij kon schrijven, en op zijn verlangen brachten we hem potlood en papier.

Daar Washington ligt op 77° 3' 11'' westelijk van den meridiaan van Greenwich, die de Amerikanen evenals de Engelschen tot uitgangspunt van de lengte aangenomen hebben, volgt er uit, dat het eiland, in ronde cijfers, gelegen was op zeven en zeventig graden, plus vijf en zeventig graden ten westen van den meridiaan van Greenwich, dat is alzoo op honderd twee en vijftig graden westerlengte.

Beiden waren de trappen van het perron afgedaald en verdwenen in het duister naar den kant van de Duivenschietbaan. "Dat is op meer dan viermaal honderd duizend francs, dat die vervloekte serie ons te staan komt!" riep de oudste dier twee uit. "Het is verschrikkelijk!"

Er was eens een oud man, die telkens, als hij hoorde, dat iemand zich er over beklaagde, dat hij zooveel zoons had, lachte en zei: "Ik wilde, dat het God behaagde mij honderd zoons te geven!" Dit zei hij voor de grap; maar in den loop van den tijd kreeg hij inderdaad honderd zoons.

Dezelfde heer doet dat misschien maar eens in een halfjaar, maar er zijn er een honderd, die hetzelfde met tusschenpoozen doen en zoodoende wordt de dominee aan handen en voeten gebonden door zijn eigen Gemeente.

Die dappere mannen, die slechts wònden hadden van voren, vertoonden van achteren de afgrijselijke merken van de krijgstucht, en oude krijgers, eerbiedwaardige mannen, werden, na aan honderd veldslagen te hebben deelgenomen, om de geringste kleinigheid afgeranseld.

Honderd! Alles veur die b'ron en hie bulkt van 't geld! 't Was bêter as ie 't mien kwam brengen, as ik hum. Um dát te verdienen he'k zwoar motte warken, en hie.... hie het 'r geen hand veur uutgestoken.... Honderd!... Honderd guldes!... 'k Het moar ens twee guldes bij mekoar gehad, en nou.... 'k het ze toch eiges in handen...! Dat zal d'r weinig gebeurd zin. 't Is 'en opvrêter die b'ron.