Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
De naam van den dapperen Alonzo De Hojeda was in heel Spanje bekend, en weldra had hij dan ook aanboord van vier schepen, die te Port Santa-Maria in de nabijheid van Cadiz lagen, manschappen zoo goed als hij ze maar wenschen kon, want wie der zeelieden nog aarzelde om onder bevel van een' Ridder dien tocht te maken, die aarzelde niet meer toen hij wist, dat Juan De la Cosa, als Eerste stuurman de reis zou medemaken.
Ten slotte wist de slimme De Hojeda nog den Advocaat Martin Fernandez De Enciso over te halen zijne spaarpenningen, die ruim vijfentwintig duizend gulden bedroegen, in de zaak te steken en met hem mede te trekken. Het had heel wat voeten in de aarde eer De Hojeda uitzeilde.
De toespraak van Columbus was steeds kort, en eindigde met een' nieuwen eed van trouw door hem en zijne manschappen afgelegd. Later kwam het onder Don Alonzo De Hojeda in gebruik om eene ellenlange toespraak te houden in het bijzijn van de inboorlingen.
Afkomstig van Biscaye en als het ware op zee geboren en oud geworden, stond hij als Spanjes beste Stuurman bekend, terwijl hij daarenboven in de Indiën geen vreemdeling was, omdat hij de heele tweede reis met Columbus had medegemaakt. Den twintigsten Mei 1499 ging Alonzo De Hojeda onder zeil.
Die ruiters vooral maakten onder de eenvoudige bevolking, die nimmer zulke groote viervoetige dieren als de paarden, gezien had, een' buitengewonen indruk. Zij hield ruiter en paard voor één wezen. Misschien maakte de vrees de inboorlingen vriendelijk, want overal waar De Hojeda met de zijnen kwam, werden ze gastvrij ontvangen.
Meer dan voldaan over hun' voordeeligen handel, namen ze den terugtocht naar Spanje aan, hopende daar het loon voor hun streven te ontvangen. De reis was voorspoedig en in het midden van April, nog twee maanden vóór De Hojeda, liepen ze te Bayona in Galicië, binnen.
Trots Koning Ferdinands beschikking, zond de Admiraal nu Don Juan De Esquibel met zeventig man uit om het eiland te bezetten en te zorgen, dat het niet in handen van die twee avonturiers viel. Toen De Hojeda dit vernam, was hij woedend en zwoer dat hij, als hij op het eiland kwam, dien De Esquibel het hoofd voor de voeten zou leggen.
Was Columbus op dezen tocht tot de overtuiging gekomen, dat De Hojeda en Corvalan hem waarheid hadden medegedeeld, hij had meteen de inboorlingen nader leeren kennen. Hij wist nu, dat ze niet zoo goedig en vreedzaam waren, als hij gedacht had, en dat ze ook een soort van godsdienst hadden, en dat de dansen, die ze zoo dikwijls hielden, een godsdienstig karakter hadden.
De tocht, dien hij nu ondernemen wilde, zou evenwel niet zijn tweede maar zijn derde zijn. Nog vóór Columbus Spanje verliet om voor de vierde maal naar de Nieuwe Wereld te stevenen, zeilde De Hojeda in Januari van 1502 de haven van Cadiz uit. Waarom?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek