Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Nu zullen we eens hooren, hoe Ole Luk-Oie op iederen avond van een week bij een kleinen jongen, Hjalmar geheeten, kwam, en wat hij hem vertelde. Het zijn zeven verhaaltjes; want er zijn zeven dagen in de week. Maandag.
«Maar hoe kan ik door het kleine muizengat in den vloer kruipen?» vroeg Hjalmar. «Laat dat maar aan mij over!» zei Ole Luk-Oie. «Ik zal je wel klein maken!» En nu raakte hij Hjalmar met zijn tooverstaf aan, waarop deze dadelijk al kleiner en kleiner werd.
Hjalmar kon het in zijn slaap hooren; en toen Ole Luk-Oie een raam openschoof, stond het water tot aan het kozijn toe; het was daar buiten een heele zee, maar het prachtigste schip lag dicht bij het huis. «Wil je meezeilen, kleine Hjalmar?» vroeg Ole Luk-Oie. «Dan kun je van nacht naar vreemde landen toe gaan en morgen weer hier zijn!»
Maar de dood is immers de prachtigste Ole Luk-Oie!» zei Hjalmar. «Voor hem ben ik niet bang!» «Dat moet je ook niet zijn!» zei Ole Luk-Oie, «pas maar op, dat je een goed getuigenis krijgt.» «Ja, dat is leerrijk!» mompelde het portret van den overgrootvader. «Het helpt toch wel eens, als men zijn meening zegt.» En nu verklaarde hij zich tevreden.
Ik weet zoowel met geringen als met aanzienlijken om te gaan! Nu kunt gij vertellen.» En daarop ging Ole Luk-Oie heen en nam zijn paraplu mee. «Nu, nu! Het schijnt, dat men niet eens meer voor zijn gevoelen mag uitkomen!» bromde het oude portret. Op dit oogenblik werd Hjalmar wakker. Zondag.
De vruchten fonkelden als goud, en er was koek, die vol rozijnen zat. Het was onvergelijkelijk schoon! Maar tegelijkertijd klonk er een verschrikkelijk gejammer uit de tafellade waarin de schoolboeken van Hjalmar lagen. «Wat is dat toch?» vroeg Ole Luk-Oie en ging naar de tafel toe en schoof de lade open.
Maar Hjalmar ging naar het kippenhok toe, deed het deurtje daarvan open, riep den ooievaar, en nu huppelde hij naar hem toe op het verdek. Nu was hij immers uitgerust, en het was, alsof hij Hjalmar toeknikte om hem te bedanken. Daarop ontplooide hij zijn vleugels en vloog naar de warme landen; maar de kippen kakelden, de eenden snaterden, en de kalkoensche haan werd vuurrood aan zijn kop.
Elk van dezen strekte de handen naar hem uit en hield hem het lekkerste hart van suiker voor, dat een koekenbakker ooit verkocht heeft; en Hjalmar, pakte elk suikerhart beet, terwijl hij voorbijvoer, en de prinses hield het goed vast, en zoo kreeg ieder een stuk: zij het kleinste en Hjalmar het grootste.
Weet je wat, mijnheer Ole Luk-Oie?» zei een oud portret, dat tegen den muur van het vertrek, waarin Hjalmar sliep, hing. «Ik ben Hjalmars overgrootvader! Ik dank u, dat ge den jongen sprookjes vertelt; maar ge moet zijn begrippen niet verwarren. De sterren kunnen niet naar beneden genomen en opgepoetst worden!
Daarop reed Hjalmar weer naar huis; hij was waarlijk in deftig gezelschap geweest; maar hij had zich ook erg moeten inkrimpen, zich klein maken en een tinnen-soldatenuniform aantrekken. Vrijdag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek