United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar zat de klokhen in 't halfduister, een dikke, geel-en-bruingespikkelde, plat neergevlokt op een nest van stroo. De oogen keken star en boos, en kop noch lijf verroerde. Alleen de kleine veertjes van den hals krulden zich nijdig overeind en de gesloten snavel grauwde kort en schor, toen Rozeke een greepje gele maïskorrels vóór het beest neerstrooide.

Later droeg zijn vrouw fluks alle lampen van het huis bijeen, en schikte ze in verschillende hoekjes, waar ze gezellige schijnsels gingen gieten, maar de kamer met zijn Italiaansche pleisterbeeldjes en gravures lieten in halfduister, waarin de gebeitste betimmeringen, de witte muren met de nog geurende rieten lambrizeering een geheimzinnig effect deden: en toen kwam het meer diepzinnig gedeelte van ons onderhoud.

Onze schoenen moesten wij buiten de deur uittrekken; binnen heerschte een doodsche stilte en een mystiek halfduister, waarin het goud en koper van altaren en beelden een vreemden glans verkreeg.

De slijters hoorden een korten, schrillen kreet, zagen, in 't halfduister, een vrouwengestalte uit den wegstormenden wagen springen of vallen, en toen een tweede en toen een derde, en toen nog een die springen wilde, maar op 't laatste oogenblik met ruw geweld door twee mannen-armen, van Smul werd achteruitgetrokken en binnen in den wagen neergesmakt. Meer zagen zij niet.

't Was Smul! Hij stond daar, roerloos, stomverbaasd haar op die plaats te vinden, aarzelend om verder naar haar toe te komen of te spreken, alsof hij in het schemerig halfduister nog twijfelde wie hij wel vóór zich had. Eerst na een poos herkende hij haar duidelijk, trad op haar af, vroeg haar, kortaf, met schorre stem: "Wat komt-e gij hier doen?"

Zij lag daar achterover in haar fauteuil, met bleek gelaat en gesloten oogen, aan wier wimpers de tranen blonken. Stil in het halfduister zat Simoneau tegenover haar en wendde de oogen niet van haar af. Met geen mogelijkheid ben ik in staat mijn doodstrijd van dien morgen te schetsen.

Weldra teekende zich eene rij witte heuvels symmetrisch gerangschikt en één van vorm in het halfduister af. Het waren zouthoopen, in de nabijgelegen zoutketen verzameld. Daar begon, tusschen dorre vlakten, de wijde monding der Peï-ho, een somber landschap, waarin men niets bespeurt dan zout, zand en stof.

En onderwijl werd het gerommel, het gedreun van den bodem steeds sterker, steeds vreesaanjagender. De olifanten waren nu nog een vierhonderd schreden ver en in het halfduister namen hunne vormen een onnatuurlijken, beangstigenden omvang aan. Werkelijk, het werd tijd, dat de mannen, op lijfsbehoud bedacht, een schuilplaats zochten tusschen de takken der tamarinden.

Duizenden van die kaarsen verlichtten met een flikkerend, walmend licht de beelden, de tronen en de relieken, die gewoonlijk opgeborgen zijn in een geheimzinnig halfduister, en wierpen op de hooge muren grillige, vreemde schaduwen. De mooie en fiere houding der geboren Birmanen vormde een scherpe tegenstelling met het half-wilde voorkomen der overige Indo-Chineezen.

Hij trad vanuit het halfduister midden op het podium, en leek, zoo van uit de verte gezien, een alleronbeduidendste kleine dwerg, een kleine zwarte figuur met een roze vlek als gezicht en profil zag men zijn sterk geprononceerden arendsneus een klein gestaltetje, dat achter zich aansleepte een juichkreet. Applaus dat dicht bij hem werd aangeheven en aangroeide en zich verspreidde.