Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Het schijnt niet verwacht te worden, dat in dit gedeelte van Nederland een uitgestrekt aaneengesloten kolenveld zal liggen, gelijk b.v. in de Peel, waar nu reeds een even groote oppervlakte als de Haarlemmermeer bekend geworden is. In het Oosten des lands verwacht men slechts geïsoleerde velden, die alleen voor afzonderlijke mijnen geschikt kunnen zijn.
»Het verdient hier opgemerkt te worden, dat vele van die meertjes, welke de spreker heeft opgenoemd, niet op de kaarten, die in later tijd gemaakt zijn, gevonden worden; waarschijnlijk heeft het inéénloopen van sommigen derzelve het Leijdsche meer doen ontstaan, even zoo als dit vroeger door welige landsdouwen van de meer noordelijk gelegen meren afgescheiden, naderhand met dezelve in één is gesmolten, zoodat het Leijdsche meer in vervolg van tijd ook met het Haarlemmermeer, met het Oudemeer en het Spieringmeer vereenigd zijnde, meer en meer tot het IJ is genaderd en thans dien geduchten plas uitmaakt, over welken wij handelen."
Pokken. Knijperkaas. $Errata; berigt aan den binder$ $bladz. 196.$ Broese & C^o., Boekhandelaars te Breda. Maarten. Hanedoes, Landeigenaar te Haarlemmermeer. Mr. Landré en Glinderman, Fabrikanten van Landbouwwerktuigen te Amsterdam. Plas Pzn. Plas Pzn. Rijks-Veeartsenijschool te Utrecht. Scholtens & Zoon, Boekhandelaars te Groningen. Seijffardt's Boekhandel te Amsterdam.
Deze bedenking, door een' geacht spreker in het midden gebragt, is zeker van gewigt, en verdient dus eene bijzondere beantwoording: aan de stad Leijden zoude de eigendom der Haarlemmermeer toebehooren; zij had dien titulo oneroso verkregen, en kon derhalve, zonder hare toestemming, daarvan niet worden ontzet; zij was ondertusschen in hare belangen niet gehoord, evenmin als Haarlem en het Hoogheemraadschap van Rhijnland.
Hierop volgde de Heer de Bordes, welke zeide: »Wat het droogmaken van het Haarlemmermeer betreft, ben ik overtuigd van al het heilzame van hetzelve, en ik erken tevens, dat dit gedeelte van het ontwerp van wet zich om zeer vele redenen, uitgedrukt in de memorie van toelichting van het Gouvernement, aanbeveelt."
En over dat alles heen deed zich het Haarlemmermeer op, nu klaar en effen gelijk een heldere spiegel, en de zeilen terugkaatsende van tallooze vaartuigen van allen vorm en grootte, die den plas in alle richtingen doorkruisten.
De Heer van Hoorn van Burgh »achtte de droogmaking van het Haarlemmermeer hoogst wenschelijk en heilzaam, en wees bij het betoog hiervan vooral ook op de polders van Woubrugge en anderen, die nog onder de gevolgen zuchtten der stormen van November en December 1836, en de daardoor veroorzaakte overstroomingen van het Haarlemmermeer.
»Onder het voorbehoud van alle zoodanige bepalingen aan de zijde der Regering, zal het Haarlemmermeer worden drooggemaakt, zonder andere belangen te kort te doen of te benadeelen, en hoe hoog de bijdrage der Regering ook moge worden bepaald, ze zal niet onzeker en altoos minder zijn, dan de kosten eener eigene onderneming; de regten van Rhijnland zullen bewaard, de belangen der omgelegen landen zullen beschermd worden, een gevaarlijke plas zal niet meer bestaan, en aan het algemeen belang wordt eene hoogstwenschelijke en nuttige bijdrage gebragt.
Wat daarvan de gevolgen zouden zijn, moge de geschiedenis van het ontstaan der Zuiderzee en van het Haarlemmermeer beslissen."
De tiende spreker was de Heer Druyvensteyn, welke aldus sprak: »Dat ik mij verpligt vinde mijne stem aan het voorgedragen wetsontwerp, tot uitgifte van losrenten ten laste van de overzeesche bezittingen, tot het doen van voorschotten voor openbare werken te ontzeggen, is niet om mij daardoor te verklaren tegen het aanleggen van spoorwegen, veel minder om mij te verzetten tegen het droogmaken van het Haarlemmermeer, en zelfs niet om aan de Regering de gelegenheid te ontnemen, door bijdragen, verschillende werken van algemeen nut en belang te helpen verbeteren, maar, al in de eerste plaats, omdat ik het oogenblik, waarin wij zijn, voor dergelijke belangrijke werken niet gelukkig gekozen vind, en een verwijl, al ware het dan ook maar van korten duur, wenschelijk en voorzigtig beschouw, en ten andere, maar ook bepaaldelijk, omdat ik mij met het aangewezen fonds niet kan vereenigen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek