Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Het bericht, dat Lodewijk Blaek zijn nicht waarschijnlijk trouwen zoude, was mij hoogst onaangenaam geweest; doch de gedachte, dat hij zulk een verbintenis niet op den waren prijs zou stellen en die als een lastigen band beschouwen, maakte hem volkomen hatelijk in mijn oogen.

Daar lag het schoone, bloeiende meisje en droomde van hem, dien zij zoo hartelijk liefhad en van wien zij nu dacht, dat hij over bergen en door bosschen ging. En haar booze broeder boog zich over haar heen en lachte hatelijk, zooals slechts een duivel kan lachen.

Het gezicht van Front-de-Boeuf zelven is minder hatelijk voor mij, dan het uwe, vernederd en ontaard, gelijk ge zijt." "Het zij zoo," hervatte Ulrica, hem niet langer ophoudende; "ga, en vergeet, in den hoogmoed van uwe meerderheid, dat het ellendige schepsel, dat voor u staat, de dochter van den vriend uws vaders is!

Van den Bergh spreekt van zich te vestigen, van den Bergh is geëngageerd, als Rivers nog aan geen huwelijk, zelfs met een allerburgerlijkst meisje denken durft. Welk een hatelijk buurman wordt hij; wat al afgunst wekt hij op!

Het opmerken toont onderscheidings-vermogen en belangstelling, het benoemen bewijst juist taalgevoel, en het aanwenden geeft blijk van praktischen zin. Maar de volwassenen gaan den kinderen voor in een valsche waardeering, in een liefdeloos oordeelen, in een hatelijk toerekenen.

Ik dacht dat ik 't nog al schikkelijk had gemaakt, maar "God wat ben je weer hatelijk geweest!" zei een dame naast me. Ja, zelfs bij een feestelijke gelegenheid heb ik me niet in kunnen houden. Maar den volgenden dag stond er in het "Vaderland" dat de monoloog was geestig geweest, maar "uiterst goedmoedig". En dat klapte me nog meer om m'n ooren dan die dame met haar "hatelijk".

Twaalfuur gaf-ie cadeau. "Hier ma heb u ook één sardine en 'n half broodje dan houen we voor zes uur één kadetje met z'n drieën en 'n schijf worst over. Eenig! Eenig!" "Als je nog één keer dat hátelijk woord zegt," driftigde ma, onuitsprekelijk ongelukkig. "Maar ma-lief".... "Hou je mond".... "Maar ma".... "Ga de kamer uit!" , dreigde ma, zooals ze thuis dee. Dat bezorgde meneer 'n stuip-lach.

Maar, ziet ge, zij snorken somtijds; en hatelijk zijn zij, als men ze voorbij moet met in- en uitgaan op de pleisterplaatsen, en eindelijk, ze worden hoe langer hoe breeder! Hunne posteriores, hunne ellebogen, hunne knieën, alles zet zich uit; en ik heb gereisd met slapende passagiers, die zich op een tocht van nog geen vier uren tot het dubbel van hun omtrek hadden uitgebreid.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek