Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Daar zat miss Campbell dan, als de peinzende Mina uit den Zeeschuimer met den elleboog op eenige vooruitstekende punt van een rots geleund, het hoofd in de eene hand, en door de andere bessen latende glijden, die zij tusschen de steenen geplukt had, alwaar de struikjes, waaraan zij groeiden, gevonden werden.

Door de vele rotsachtige groene eilanden kon men de zee niet geheel overzien, maar het water was wonder helder en zuiver, en in de diepte kon men het zeegras en andere zeeplanten, die onder water groeiden, duidelijk onderscheiden. Ook zag men een menigte schelpdieren en vreemdsoortige, fraai gekleurde visschen, die zich in vredige kalmte door dezen onderaardschen tuin bewogen.

«Geneer je niet, ga je gang maar." De baas hield de lantaarn even hoog op, om zijn gast de takken te laten zien die over het wegje groeiden.

Den 19den waren ook de ooren bruin, op een klein deel van den onderrand na. Het haarkleed is op geen enkele plaats borstelig geweest, behalve aan het voorhoofd, waar verscheidene witte haren bij elkander zitten en kleine vlekken vormen. Eerst groeiden de donkere haren alle tegelijk naar buiten, en, voordat zij gelijke hoogte hadden als de witte, waren deze reeds uitgevallen.

De lezer zal voorzeker niet vergeten hebben, dat Zermah, terwijl zij den overtocht van het kanaal door de makkers van den Spanjaard bespiedde, zij door de hoogte van de biezen, die op de oevers groeiden, en ook door de verhevenheid der oevers zelven, de pont niet had kunnen zien, wanneer die overvoer.

En hij verbeeldde zich hoe zijn leven geweest zou zijn indien hij niet bij den keizer was gekomen, maar haar naar zijn kasteel had gebracht: Siremonte was een zeer oud huis, waar het in de kamers altoos donker was, in den hof groeiden de struiken wild en ook op den wal over de graven der vroegere bewoners: de lieden die de akkers bouwden waren nooddruftig hij had het slot verlaten toen hij een knaap was en zou er niet weêr kunnen leven nu hij een rijk stadhouder was.

"Je zult den wind gauw genoeg krijgen, maak je daar maar geen zorg over," was het grimmige antwoord. De twee mannen zeiden niets meer. Het zweet stond op hun huid in myriaden kleine druppeltjes die samen liepen en plasjes vocht vormden, die op hun beurt weer groeiden tot kleine beekjes, neerdroppend op den grond. Zij hijgden naar adem, en vooral de pogingen van den ouden man waren pijnlijk.

Zonder veel bloed te vergieten, had hy zyn oogmerk volmaakt bereikt, door één-en-twintig gehuchten of dorpen te vernielen, en twee honderd velden te verwoesten, waar op allerleije zoorten van planten groeiden, van welken het bestaan der muitelingen afhing.

Was het wel eene koolraap, die hij zelf gezaaid had? Ja, 't moest toch zoo zijn: de plant leek precies op de onnoozele plantjes, die er omheen groeiden; alleen leek ze wel een reuzin onder dwergjes. "En," dacht de arme met vreugde, "als de bladeren en stengels zoo forsch zijn, wat zal er dan eerst voor een' wortel aan zitten!"

En hij begreep heel goed dat alleen iemand uit haar eigen stand, zooals meneer Gaëtan, ooit op haar kon aanspraak maken. Nog steeds werd er in 't dorp verteld, dat die twee zeer zeker met elkander zouden trouwen. Men zag ze altijd samen, zij groeiden samen op, het kon bijna niet anders.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek