Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 oktober 2025
Deels om de Nederlandsche kerk aan vreemd gezag te onttrekken, deels om met meer kracht voor de verdediging van de katholieke leer werkzaam te kunnen zijn, zette Philips II het door, dat met toestemming des pausen bij de vier bestaande, nog veertien nieuwe bisdommen opgericht werden. Granvelle ontving als aartsbisschop van Mechelen het primaat en den kardinaalshoed.
Dagelijks schreef Granvelle brieven naar Valenciennes, waarin hij het stadsbestuur zijne vreesachtigheid verweet. Zes maanden achtereen drong hij vruchteloos op het verbranden van de veroordeelden aan, doch toen moest de overheid wel gehoorzamen. In het jaar 1562 werden de beide predikers naar den brandstapel gevoerd.
Hij was een vurig katholiek, doch een vriend van Willem van Oranje en, evenals deze, een vijand van alle geloofsvervolging. Vrijmoedig deelde hij den koning mede, hoe ernstig het volk beducht was voor invoering van de Spaansche inquisitie, hoe doodelijk het Granvelle haatte en hoe fel de gemoederen door dit alles beroerd waren.
In den staatsraad, het belangrijkste lichaam, kregen zitting: Viglius, Barlaimont, Granvelle, bisschop van Arras, de prins van Oranje en de graaf van Egmond; een weinig later nog eenige andere heeren, als de heer van Glaion en de admiraal, graaf van Hoorne. Voor de verschillende provinciën benoemde Philips stadhouders; die onder het opperbevel der landvoogdes zouden staan.
Aan de zijde van Granvelle stonden in den staatsraad de baron van Barlaimont, en de geleerde Viglius; deze drie vormden te zamen de zoogenaamde consulta, een bijzonderen raad, die alle belangrijke zaken met de regentes behandelde, terwijl de overige leden van den staatsraad, de prins van Oranje en de graaf van Egmond, evenals later de graaf van Hoorne, slechts bij sommige gelegenheden geroepen werden om aan de beraadslagingen deel te nemen.
Het is zeer denkbaar, dat hij gedwongen zou zijn geworden om tegen wil en dank de reis naar Spanje mede te maken, indien niet zijn doorzicht hem voor dat lot bewaard had. Met een woord van haat op de lippen verliet koning Philips de Nederlanden, die hij nooit zou wederzien. De Nederlanden. Margaretha van Parma. Granvelle. Barlaimont Viglius. De bijzondere raad. Willem van Oranje.
Op het slagveld was hij manhaftig; doch in het gewone verkeer des levens scheen hij buigzaam en zonder de noodige wilskracht. Zoomin als Willem van Oranje en den graaf van Hoorn, kon Egmond het over zijn hart krijgen, dat Granvelle in den Staatsraad eenen zekeren voorrang had en naast de Landvoogdes de eerste plaats innam.
Granvelle, de zoon van den vertrouwden staatsdienaar van Karel V, had zich reeds als knaap door zijne buitengewone geestesgaven onderscheiden. Reeds vroeg trad hij in des keizers dienst en nauwelijks had hij den bij de wet bepaalden leeftijd bereikt, of hij ontving het rijke bisdom Arras. Op het concilie van Trente behoorde hij tot de beste redenaars.
Koning Philippus keert zich naar hen en zegt op gemelijken toon, zonder recht te staan: Ik ken tamelijk goed Fransch, doch niet genoeg om het woord tot ulieden te richten. Gij zult hooren wat de bisschop van Atrecht, mijnheer Granvelle, u mijnentwege zal zeggen. Slecht geproken, mijn zoon, lispt Zijne Heilige Majesteit.
Zoo raakte hij in onmin met Granvelle, om meer en meer den Zwijger aan te hangen, die koud, listig en vooral heerschzuchtig was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek