Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Dan een uur rust, en vervolgens weer op weg. Het wordt avond; de goudzoeker heeft geen verdere pogingen meer kunnen doen, daar hij over terreinen moest trekken, die reeds in exploitatie waren bij anderen. De volgende maaltijd is gelijk aan den vorigen.
Die tijd, met zijne ongehoorde fortuinmakerij, vaak gevolgd door een nog sneller ondergang, gepaard met de diepste armoede, was thans voorbij. Geen goudzoeker was er meer te vinden, zelfs niet in het district Caribou, een gedeelte van engelsch Columbia, noordelijk van het Washington-territorium, waar nog in 1863 de mijnwerkers bij duizenden werden aangetroffen.
Het kleine troepje stapt voort op het smalle pad in ganzenmarsch, de goudzoeker of prospector voorop, gevolgd, door Rasoa, die, gekleed in haar wijd kleed, blootsvoets over den steenachtigen weg loopt, maar die een zonnescherm draagt, dat meer bestemd is haar prestige te handhaven en te verhoogen, dan om haar teint te beschutten, want dat laatste is al in de verf verbrand.
Terug op zijn terreinen, waar hij met vergunning mag gaan goudzoeken, begint de goudzoeker zijn toby of kamp in te richten. Een hut van stroo op de geschiktste plaats is weer zijn woning; daar rond omheen groepeeren zich de hutten der werklieden.
De maan, die zachtjes rijst, laat weldra haar licht schijnen boven de toppen van het gebergte, aan welks voet thans ieder van het gezelschap de rust geniet. De plotselinge glans van het maanlicht wekt den goudzoeker en baadt het landschap in een prachtigen glans. Er is niets te hooren dan het zachte gemurmel van de beek in de overigens welkome stilte.
De maan, die zich niet heeft laten ophouden op haren tocht, verlicht het tragisch-komische tooneel; maar men kan het gemurmel van de beek niet meer hooren. De brommende stem van den goudzoeker overheerscht de heele natuur... Den volgenden dag keert men naar Miandrivazo terug, terwijl ieder een deel der bagage draagt.
En toen Balbinus op bekorting aandrong, zeide hij: "goed, ik zal er een eind aan maken, hooggeleerde Balbinus. En dat zal mij gemakkelijker vallen bij een man, die van de geheele zaak zóó op de hoogte is, dat niemand ze beter kent." PHILECOUS: Je schildert me daar een redenaar af, geen alchemist. LALUS: Spoedig zult ge van den goudzoeker hooren.
Niet alleen las ik de naamteekening van den geleerden goudzoeker op de rots, maar ook de stift, waarmede zij gegrift was, bevond zich in mijne handen. Zonder in het oogloopend wantrouwend te zijn, kon ik niet langer twijfelen aan het bestaan van den reiziger en de echtheid zijner reis.
Hij scharrelde een oude pijp op, stopte die met bijzondere zorg en zonder blikken of blozen schudde hij de helft van mijn tabakzak in de zijne. Ja, de tabak was goed. Hij zuchtte met de zelfgenoegzaamheid van den eerlijken mensch en zoog letterlijk de rook van de knetterende geele blaadjes, en het deed mijn rookers hart goed hem zoo bezig te zien. Jager? Wevervanger? Goudzoeker?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek