United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er waait eene frissche koelte uit het noordwesten, die de golfjes van het IJ krullen en in zilveren schuim voor den boeg opspatten doet; die de grijsachtige wolken, als reusachtige vogels, voor zich uitjaagt en ons daardoor mede het verrukkelijk schouwspel biedt van die kleur- en lichteffekten, dat afwisselend spel van licht en schaduw, waarvan het oog zich nooit verzadigen kan.

De wanden dier kleine baaien waren steil en hoog en hadden eene roode kleur, afkomstig van ijzerverbindingen, waaruit het gesteente bestond, maar waardoor zij aan de golfjes van de branding eene akelige bloedkleur verleenden.

Zij boog bevallig onder den druk der bries, zonder dat haar witgeschuurd dek, van Canada-pijnboomen dekbalken vervaardigd, ook maar een spatje overnam van de golfjes, welke door den steven gesneden werden, die zich loodrecht boven de waterlijn verhief.

Eindelijk bereikten zij eene plaats, waar het water veel breeder was, want een tweede beekje vereenigde er zijne golfjes met die van het eerste. Hier zwommen eendvogels, in menigte en Atto bemertke, dat zijn zusje en hij, den zoom van het woud hadden bereikt. Wilgjes ruischten aan den oever van den vliet en de kinderen betraden vol blijdschap eene malsche weide, waar verscheidene koeien graasden.

De hemel is een weinig betrokken; over de eindelooze watervlakte hangt een lichte nevel. Met jubelende geestdrift begroeten wij den Atlantischen-oceaan, na een reis van honderd-een-en-zestig dagen dwars door het binnenland. De zee is kalm: hare nauw merkbare golfjes, zachtkens kabbelend, mogen ons eene gelukkige en voorspoedige reis voorspellen.

Wacht u voor de fraaie landtong op den oostelijken oever van 't Löfvenmeer, door de baai van weerskanten met vriendelijke golfjes omsloten, voor de trotsche landtong, waar Borg ligt. O wacht u wel die te betreden! Nooit zag men 't Löfvenmeer mooier dan van hier uit.

Maar de eenzaamste paden waren hem nog te bevolkt: want hadden niet alle boomen en vogelen en bloemen en golfjes, hadden zij niet allen stemmen, die hem jubelend toezongen: Zij mint u, zij mint u weer!..... Hij liep en liep, zorgvuldig den straatweg vermijdend: want hij voelde wel, als hij haar ontmoet had, dan zou hij zich niet hebben kunnen intoomen: dan zou hij haar te voet gevallen zijn, om haar te danken voor hare genade.

Ga ons na als 't lied versuist, Waar de wilde bij nooit ruischt, Door het diepe middagdonker, Langs het nachtgebloemte loom, Geuren aadmend in zijn droom, Langs de golfjes, waar geflonker Van een bron in holen blinkt, Wijl onstuimig en toch zoet Ons gezang speelt met uw voet Die zoo zacht ter aarde zinkt, Zeegeboorne! Zullen wij 't zingen volgen? Zachter wordt het En verder.

Onder de kalmste zee, bij den vriendelijksten zonneschijn, als een zachte koelte alles liefkoost en de vlinders uit de heggen aan het strand der zee komen vliegen tot boven de eerste golfjes, die met het zand spelen, kan zich in open zee op groote diepten een onmetelijke golf vormen, die haar beweging vervolgt, zonder zich door iets te verraden op de altijd kalme oppervlakte.

Heer Jan en hij namen elk een van de lijnen, en bonden aan het uiteinde een vischje, dat wel dood, maar toch nog versch genoeg was, om voor de watervogels een lekker hapje te zijn. De vischjes werden daarna te water geworpen, waar zij bleven drijven. Een zacht windje rimpelde de oppervlakte van het water tot kleine golfjes, die de beide vischjes als spelend met zich medesleepten.