Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Over rotsblokken bereikten we den top, een klein plateau, waar enkel wat korstmossen groeiden en gras, dat dood leek, verdroogd en geel. Maar wij vonden onze moeite ruim beloond. In het westen was de lucht nog in goudglans gehuld en reeds glom in de spleet tusschen twee rotsen in het oosten het licht van den morgen, terwijl de gletschers achter ons zich rood begonnen te kleuren.

Was de winkelier soms aan het einde van zijn Engelsch gekomen, dan trad gewoonlijk iemand uit het publiek, die zich daartoe bekwaam achtte, naar voren en deed dienst als tolk. Hij glom dan van genoegen, zeker evenveel door het toonen van zijn kennis als het believen van den vreemdeling.

Haar rood gesteente leek doortinteld van eenen warmen goudglans; de schaduw aan haren voet was als een sleep van zwart fluweel; op hare kruin glom het natte mos als smaragden, en vonkten de bedrupte graspluimen als brillanten, gestengeld op eenen diadeem.

De meer en meer verlaten ijsvlakte glom hier en daar met harde, als het ware stalen glanzingen en het stille sneeuwveld langs de oevers kleurde zich met doffe, violette tinten, terwijl de gansche westenhemel roze werd, van een egaal en zachtkens tanend roze, dat langzaam aan, tegen den lagen einder, in lei-kleurige schemeringen uitstierf.

De kleurige klaarte stortte als de glansen van een fellen band op de roerende golving van de donkere menschenmassa; ze glom op de ruiten van de huizen aan den overkant en verfde, met roze en licht-gele straling, de ogivale vensters van de Kapellekerk.

Ze drongen binnen in de dorpen der menschen, en in de stallen en huizen zochten ze hun woning. "Et was in de tied van de zwatte dood, Op den Enscheder Esch was bittere nood, Op dree hofsteên alleen an den heerd glom vuur." En zij, die nog aan den brandenden haard zaten, waren bang voor het witte wolkje, dat zoovelen reeds had vernietigd.

Van den heuvel, die den omtrek beheerschte en waarop het huis stond, zag men de oevers van de Kaubaai zich evenwijdig naar het Noord-Oosten uitstrekken, tot zij in de verte in den teêren morgennevel verdwenen. Heuvelachtig, dichtbegroeid land, dat zich tot lagere bergen ontwikkelde, rees aan den horizon op, waartusschen een wijde waterspiegel blikkerde en glom.

Er waren daar twee prachtige dieren gevangen, die groot en sterk waren, goed in het vleesch zaten, fijne en sterke pooten bezaten en welker huid glom van gezondheid. Maar hoe Cyprianus hen ook bekeek en bewonderde, hij kon er maar niet toe komen om het denkbeeld, dat die dieren berijdbaar te maken zouden zijn, voor verwezenlijking vatbaar te houden.

Hier en daar lag een buitenplaats, verloren in het groen, of een boerderij, met velden vol wortelen en bloemkoolen en rijen van boonenstaketsels of een tuintje vol zonnebloemen, papavers en stokrozen. Hier en daar glom een tuinspiegel, als gepolijst nikkel.

Als, bijvoorbeeld, de onderneming, die wij nu bezagen. De gerooide hellingen langs, waaroverheen van den verren woudrand af de bijlslagen van houthakkers klonken, en waar hier en ginder uit hoopen rijs een vuurtje glom, bleek in den zonneschijn, onder rechtopgaanden blauwen rook, gingen wij, het pad volgende, langs een koelte-ademend ravijn.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek