Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Pencroff, Gideon Spilett en Harbert gebruikten onder druk gesprek hun middagmaal aan boord van de Bonadventure, om zoo mogelijk hun verkenning tot den nacht voort te zetten. Tegen vijf uur in den avond waagden zij zich in het bosch. Ook daar jaagden zij menig dier op, maar vooral, men zou zelfs kunnen zeggen, uitsluitend geiten en varkens, die men aanstonds als van europeesch ras herkende.
Op hetzelfde oogenblik knalden er opnieuw schoten van den post bij de Mercy, waar thans de tweede sloep was genaderd. Twee van de acht matrozen werden doodelijk gewond door de kogels van Gideon Spilett en Nab; en de boot zelf werd tegen de klippen verbrijzeld.
"Zoo, zoo! er zijn dus steenen in uwe speenvarkentjes?" zeide Gideon Spilett. "Ik zou het bijna gelooven," zeide Pencroff, terwijl hij het voorwerp uit zijn mond haalde dat hem een tand kostte!.... Het was geen steen.... Het was een kogeltje! Over een hagelkorrel. De samenstelling van een boot. De jacht. Niets dat de tegenwoordigheid van een mensch verraadt. Eene vischvangst van Nab en Harbert.
Maar de ingenieur had de Schoorsteenen reeds verlaten en Pencroff maakte zich tot de jacht gereed, zonder eenige andere verklaring gekregen te hebben. Spoedig waren Cyrus Smith, Gideon Spilett, Nab en de matroos op het strand vereenigd daar, waar de zee een doorwaadbare plek bij eb aanbood.
"Maar waarom stelt ge daar belang in, Cyrus?" vroeg Gideon Spilett. "Een zeer groot belang zelfs," antwoordde de ingenieur, "want zoo de uitstorting in de rots zelf plaats heeft, moet zich daar een grot bevinden, die men zeer gemakkelijk tot een woonplaats kan inrichten, als men het water afleidt!"
Gideon Spilett ging naar het wagentje. Harbert lag buiten kennis! Harbert in het Rotshuis. Nab verhaalt wat er heeft plaats gehad. Bezoek van Cyrus Smith aan de vlakte. Verwoesting. De kolonisten weerloos tegen de ziekte. De schors van den wilg. Een doodelijke koorts. Top blaft weder.
Zij verwijderden zich ongeveer een halve mijl van de kust, om den berg Franklin goed te kunnen zien. De boot voortgestuwd door de beide roeispanen, stevende zonder eenige moeite de rivier op. Gideon Spilett met zijn potlood en papier in de hand, teekende met ruwe trekken de kust af.
Gideon Spilett stond op na hem lang met aandacht gadegeslagen te hebben. "Hij leeft!" zeide hij. Pencroff knielde thans op zijn beurt naast Cyrus Smith neder; ook hij hoorde het kloppen van het hart en zijn lippen voelden den adem van den ingenieur. Harbert snelde naar buiten, om op verzoek van den correspondent water te halen. Een honderd passen ver vond hij een helder stroomend beekje.
Sedert tien jaar was Gideon Spilett de correspondent van den New-York Herald en verrijkte hij dit blad met zijn verslagen en schetsen, want hij kon even goed met het potlood als met de pen omgaan. Toen hij gevangen genomen werd was hij juist bezig een beschrijving en een teekening van den slag te geven. De laatste woorden op zijn aanteekeningboekje waren: "Een Zuidelijke legt op mij aan en...."
"Men kent gaarne zijn buren," antwoordde Pencroff, die bij zijn denkbeeld bleef. "Het eiland Tabor is onze naaste buur, het is onze eenige! De beleefdheid eischt, dat men er ten minste een bezoek brengt!" "Drommels!" zeide Gideon Spilett, "vriend Pencroff is op zijn stokpaardje als hij over de vormen begint!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek