United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


De knapen schoten haastig hunne kleeren aan en schaarden zich voor de gezelligheid om een vriendelijk vuurtje, niettegenstaande men in den snikheeten, door geen enkel koeltje bewogen dampkring dreigde te stikken. Zij bleven stil, in gespannen verwachting, om het vuur zitten. Een pikzwarte duisternis, slechts afgewisseld door het schijnsel van het vuur lag over het landschap uitgespreid.

Hij genoot rustig de kostelijke, de zeldzame, de ras voorbijgaande stemming, welke druivennat en gezelligheid somwijlen achterlaten in den mensch: eene stemming van volkomen onbezorgdheid, van tevredenheid met zichzelven en alle de dingen rondom: eene stemming die het midden houdt tusschen de kalmte van den lotus-kauwer en de zaligheid van den haschiesch-eter, tusschen Nirwana en het Paradijs.

Als de trein binnenkomt, wordt het tooneel met welkomstgroeten en afscheidswoorden nog verlevendigd. In kleine stadjes heeft dat stationsbezoek bepaald een sociale beteekenis; de mooiste japonnen worden vertoond en de gezelligheid, ook de babbelzucht, viert er hoogtij.

Toch hield hij van gezelligheid, want Zondags, als de dames Rochefeuille, mijnheer de Houppeville er waren en nieuwe kennissen: Onfroy, de apotheker, mijnheer Varin en kapitein Mathieu, om hun partijtje kaart te spelen, vloog hij tegen de ruiten op, en ging met zoo'n geweld te keer, dat men elkaar onmogelijk kon verstaan. Het gelaat van Bourais leek hem zeker heel zot toe.

Ik voel zeer goed, wat zoo'n tabakspruim voor een werkman beteekent. Het is niet de lekkernij, die hem bekoort, maar de gezelligheid. Zoo'n handjevol tabak, steeds op dezelfde plaats bewaard en bewerkt, is voor hem een soort kameraad, een vertrouwelijk vriend, met wien hij heel eigen is.

En toch, bij feestelijkheden, waaronder de Celebesiaan eigenlijk alleen dobbelpartijen en hanengevechten verstaat, kan hij niet genoeg krijgen van de "gezelligheid" en staat men werkelijk verbaasd over zijn ausdauer, bij dat dag en nacht voortdurende genieten ten toon gespreid.

Dat zijn zaken, die men meer zoeken moet bij zijn buurman aan den Rijn, die in zoo velerlei beteekenis zijn antagonist is, die, zooals Tacitus opmerkte, zich zoo gaarne isoleert, en die zich van oudsher, in een groot gezelschap zoo weinig op zijn plaats gevoelde. Gezelligheid is den Franschman voor alle zaken noodig, even als bij zijne gezangen zoo ook bij zijne heldendaden.

De jongen had niet veel gezelligheid aan Maarten den ganzerik gehad, want de groote witte vogel dacht alleen aan het bewaken van Donsje, en week geen stap van haar weg. Maar daarentegen had hij zich aan de oude Akka en aan Gorgo den arend gehouden, en die drie hadden met elkaar veel prettige uren gehad. De vogels hadden hem meegenomen op groote tochten.

En verder beloofden wij ons van eenen avond met den kapelaan wonderen van gezelligheid. Wie zou niet gaarne de verveling van een logement verruild hebben voor wat kout met eenen minzamen gastheer? en het ploeteren door regen en modder voor een lekker houtvuur, een paar pantoffels, eene sigaar en een keteltje warmen kruidenwijn?

In hare stem klonk zulk een toon van hard bevel, dat de gesprekken allen even ophielden en ieder naar Betsy en Eline zag, verrast door dien brusken aanval, welke de vroolijke gezelligheid als met een killen tooverslag verbrak.