Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Hij kondigde 't plechtig voor zijn vrienden aan, dienzelfden avond, in de "stamenee" "Het Gouden Zulleken" en deelde 't opgewonden bij zijn thuiskomst aan zijn vrouw en dochter mede: Moak mijne koeffer geried; 'k vertrekke morgen noar Sedan!" Och Hier och God! d

Maar Standje deed of hij 't niet eens hoorde en riep van verre in opgewonden vroolijkheid naar Leontientje, die juist met haar briefje uit het huis kwam: Leontine, moakt ou moar geried, zille! We goan d'r van den achternoene nog ne kier op uitrijen!" Es 't toch woar, nonkel Constant!" kwam 't meisje juichend met een hooge kleur van blijdschap naar hem toegeloopen.

En Pallieter zag Charlot, de jubilarisse, met opgeheven rokken, zoodat hij tot aan de knieën bijna haar dikke pileerrechte beenen zag alleen loopen onder een purpelen zonnescherm. Hij riep haar. Zij kwam afgeloopen, lamenteerde: "Och Bruur, kiert algau nor huis, en mokt de kaffe geried, 'k zien gruun van den hoenger." "Kom stap oep!"

Toen het eindelijk klaar was zette zij den borstel achter 't houten schut naast het kleingeruit venster, en even verwonderd dat zij 't oudje nog niet hoorde opstaan, stak zij weer het binnendeurtje open en riep opnieuw: "Moeder?... Zij-je wakker? De káffee es geried!" Nogmaals geen antwoord. Verwonderd trad Rozeke 't kamertje binnen. "Moeder?... sloapt-e nog dan?" vroeg zij.

De ie voor de ê = ei, die ten tijde van J. De Vos dezen tongval onderscheidde, b. v. ien, een: miester, meester; geried, gereed, enz. is thans bijna tot de ê bekeerd; er zijn evenwel nog sporen van, zoo als in straatstiene, straatsteenen, biest, beest, enz.

Maar uit het achterhuis galmde eindelijk de hooge stem van moeder: "Ala jongens, schiedt er nou moar uit, 't es geried!" en meteen kwam zij binnen, 't gezicht verborgen achter de dampnevelen van een reusachtige schotel, die zij op haar beide uitgestrekte handen droeg, terwijl Rozeke en La ook alle twee met heet-dampende schotels volgden.

En dan begonnen de lepels te gaan en 't gesloeber van de vele monden. Als hunne soep ledig was, wierden er al pijpen aangestoken, en toen stond Pallieter recht en sprak: "Nichtjes en kozentjes van Charlot, ge got hier allemaal veul ete, want er is veul geried gemokt, 't moet allemol oep!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek