Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
De stem van de Nachtzwaluwen is zeer verschillend. Van eenige soorten hoort men bijna niet anders dan een soort van gespin, andere brengen meer of minder welluidende tonen voort. Het geluid, dat onze Geitenmelker maakt, als hij over dag plotseling wordt opgeschrikt, is een zwak en heesch "dak dak," in tijd van gevaar een zwak en zacht geblaas, zooals dat van de Uilen.
Hij buigt voor die wet; maar terwijl hij zijne reuzenarmen op en neder laat gaan en het gansche veelvoudige samenstel van raderen en buizen en zuigers en riemen, als de ledematen van een monsterpolyp, in beweging brengt; terwijl hij de lucht vervult met zijn geloei en gesnuif en geblaas, zint hij op wraak en loert op eene gunstige gelegenheid om de pygmeën, die hem omringen en beheerschen, te straffen voor hunne vermetelheid.
In de stilte rinkelde het kettinkje van den toom en ziedde een geblaas van heete muilen. Rupert legde zijn rechterhand achteraan op den tip van den zadel, wendde zijne schouders half om, zag, onder het bruin tokje en de gouden haarstrengen, het blozend gelaat van Francine kwaad-uitkijken naar eene verklaring.
Welk een slachting! wat een geweld aan de oppervlakte van den Oceaan; wat lieten de ontstelde dieren een scherp geblaas en een bijzonder gebrul hooren! In 't midden van deze gewoonlijk zoo kalme zee, zweepten zij met den staart het water in hooge golven op.
Spuwt het gebeeste vlamende vier ofte en spuwt het dat niet? vroeg, brauwen gefronst, Sagremort. Dat is de vrage! Galehot hief de breede schouderen hoog. Wen gij er tegen spuwt, schroeit zijn aâm zelfs niet! Dat is alleenlijk wat sulferachtig geblaas, dat stinkt.
Nadere u geen onheil nu, O veel-doorwonde, ocharm, Bij wien we, ons Zusterlief ten troost, Slapeloos waken onverpoosd. 't Geraas is van vuur, van wervlend geblaas Onder de aarde, van bergen die scheurend beven, De schim is vreeslijk als 't geraas. In donker purper, sterren-doorweven. Een schepter van bleek goud, Die zijn stappen schraag', trotsch over wolken traag, Zijn hand, de dooraderde, houdt.
En nadat gij van alles onderricht zijt, zal er een zwart en gehorend beest tot u komen, niet zeer groot en dat om u heen zal gaan op het plein met groot geblaas en groote sprongen om u bang te maken, maar daarna, wanneer het zal zien, dat gij niet verschrikt, zal het u zachtjes naderen.
Tapijten gelijk, lagen de landen vlak, uitgerold tusschen de slingers der slooten, die luchtspiegelend van glansen wisselden onder het geblaas van den wind.
De kapitein, Ned Land en ik stonden op dat oogenblik op de kampanje, en wierpen nieuwsgierige blikken in de dikke duisternis. "Ned Land," vroeg de kapitein, "hebt gij dikwijls het geblaas van walvisschen gehoord?" "Dikwijls kapitein, maar nooit van een dier, welks gezicht alléen mij 2000 dollars opbracht." "Het is waar ook, gij hebt recht op die belooning.
Het is zijn loktoon en zijn minnelied; toorn en kwaadaardigheid toont hij door een woedend gegrinnik en een luid klinkend gekrijsch, die gepaard kunnen gaan met een hevig geblaas en een door het snel sluiten van den snavel veroorzaakt, knappend geluid. In den paartijd hoort men alle zooeven genoemde geluiden soms achtereenvolgens en dooreengemengd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek