Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 oktober 2025
De vroegere Vorst van Tidore had echter anders geweten en wel anders gedaan ook. Bij den controleur, die het eenige voor Europeanen bewoonbare huis bezat, kregen we een frisschen morgendronk, waarop we naar Ternate terugkeerden.
Was het niet beter voor hem zelf, niet barmhartiger tegenover haar, zekere herinneringen niet op te frisschen en aandoeningen te vermijden, die niet anders dan smartelijk en schokkend konden zijn. Waarom hadden hare vrienden, die toch iets van haar verleden wisten, de wreedheid gepleegd haar tot zulk een weerzien herwaarts te lokken onder zulke omstandigheden.
Ik ben zeker dat het van dien fijnen jezuiet komt, die op den Kauwenberg woont en secretaris is van de spaarmaatschappij, meende de verdierenpikker, hij schrijft in de gazet. De vergadering duurde laat in den avond. In den frisschen herfstnacht ging Snepvangers alleen naar huis. De volle maan lei een zilveren glans over de stad.
Wij verwerken ons kleine verstand en onze kleine emoties en dan beginnen die na ons komen opnieuw. Met frisschen moed! Heel eenvoudig, niet waar? En wat is daar niet goed in?" Hij zweeg even om Redwood naar een trap te leiden. "Ja," zei Redwood, "maar ik voel toch " Hij voltooide den zin niet.
In den frisschen winterochtend was 't Barontje, als naar gewoonte, met zijn tweespan uitgereden. De paardjes draafden er lustig op los. De schimmel, die rechts liep, en een wijs, bezadigd beest was, hield er de regelmaat in, die anders wel eens door den wispelturigen vos kon gestoord worden.
Wanneer deeze vrucht jong is, bevat ze een wit vocht, het welk ik niet beter kan vergelyken, dan by water en melk met suiker, en een zoo aangenamen, als frisschen drank verschaft: wanneer zy ryp word, vormt zy zig tot een breekbaare pit, ter dikte van een duim, zig aan het binnenste der schaal vast hechtende, waar van het overige volmaakt ledig is.
Handen en voeten muntten niet uit door fijnheid en sierlijkheid, terwijl haar gelaat doorschijnende blankheid miste, en geene dezer drie gratiën den frisschen blos van haar beweeglijken vader had geërfd.
Ook aan hem kon ze nu met vreugde denken; nu was hij immers vrij! In zijn frisschen moed en levenslust had hij haar altijd aan Gösta Berling doen denken; nu zou ze hem weer blij zien. Hij zou opnieuw de Ridder Zonneschijn zijn, die stralend was komen aanrijden op haars vaders landgoed.
Ik zei vaarwel: ik zal haar wederzien! De hemel vlamt; de blonde dageraad Rijst uit die rotsen, en vervult met geuren Het dal, dat zich in gloed van rozen baadt, En zwelgt in frisschen dauw en gouden kleuren. Gegroet, gij bergen in uw pronkgewaad En zomerhoogtij-dos! Uw kammen beuren Het hart omhoog, dat voor de Schoonheid slaat, En uit de roos, Natuur, wil honig puren.
Ook in dit nieuwe werk vinden we zulk een frisschen geest, zulk een vroolijke ongedwongenheid, dat men wel van de heldin moet gaan houden en haar lotgevallen met dezelfde belangstelling volgt als waren ze aan een meisje uit onze naaste omgeving overkomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek