Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Men legt den haas, met twee kalfspooten, benevens wat uijen, kruidnagelen, foelie en laurierbladen gedurende eenige dagen in azijn, bedekt hem met graauw papier en keert hem dagelijks. Dan giet men het nat door eene zeef en braadt den haas, met de pooten, daarin; als deze laatsten half gaar zijn, worden zij er uitgenomen en men laat het vleesch verder braden, doch niet al te sterk.

Sommigen voegen er mosterd bij en nog anderen fruiten de uijen met het meel, en wrijven dit, als het tot de begeerde dikte met water of bouillon is aangelengd, door eene zeef, waarna de saus weder aan de kook wordt gebragt met citroenschijven, foelie en zout, en eindelijk gebonden met boter en een paar eijerdoijers.

Men bakt het bij den tweeden warmtegraad en snijdt het aan stukjes, als het uit den oven komt. Suikerplaatjes. 2 1/2 o. stijfsel, 2 1/2 o. suiker, 4 eijeren, eene halve citroenschil of een half lepeltje foelie. Eerst roert men de eijerdoijers met de suiker en kruiderijen een kwartier dooreen, dan het stijf geklopte wit, en eindelijk, zoo vlug mogelijk, de stijfsel. Men bakt het volgens No. 94.

Balletjes voor bruine soep. 2 1/2 ons mager varkensvleesch en half zooveel kalfsvleesch, zonder vellen, worden zeer fijn gehakt, en dan dooreengeroerd met 6 1/2 l. gesmolten boter, 6 1/2 lood geweekt en uitgedrukt wittebrood, 2 eijerdoijers, zout, citroenschil en foelie, benevens ten slotte het geslagen eiwit.

Men schilt de olijven van de pit, met een dun mes, zoodanig af, dat zij van zelf weder zamenrollen. Men roert gebrand meel, jus of bouillon, citroensap en schil, foelie, gesnipperde augurken, heele peper, nagelen en eenige chalotten door elkander, laat dit alles te zamen koken, en wrijft het door eene zeef. Dan worden de olijven, met eenige kappers, er even in opgekookt.

Men zet de soep weder te vuur, voegt er fijn gesneden uije bij, die met meel in boter is gebruind, benevens wat foelie en gehakte pieterselie of seldery. Groentesoep.

Amandeltaart. 15 eijerdoijers worden, met het sap en de schil van 1 citroen, met 3 o., 7 1/2 l. suiker en 1 theelepel foelie een poosje geroerd; dan 5 o. zoete en 1 1/2 l. bittere geraspte amandelen er bijgevoegd, en deze massa, gedurende een halfuur, steeds naar denzelfden kant, geroerd.

Kleine broodjes worden in de helft doorgesneden en dan goed doorweekt in melk, met eijeren, suiker, kaneel en foelie. Men doopt ze daarna in een beslag volgens A, No. 26, 27 of 28, bakt ze in boter, en bestrooit ze warm met suiker en kaneel. Men geeft ze warm op tafel en presenteert er schuim- of vruchtensaus bij. Gevuld wittebrood.

Men maakt hiervan een beslag, waar het meel het laatst wordt ingedaan, vormt er kleine balletjes van, bestrooit die met grof gestooten suiker en kaneel, zet ze op de gewaste plaat en bakt ze bij den tweeden warmtegraad. Citroenbogen. 8 1/2 o. bloem, evenveel suiker, 5 eijeren, 1 citroen, 1 lepeltje gestooten foelie, en 6 1/2 l. amandelen.

Dan fruit men chalotten en meel in boter, roert dit er door en giet alles door eene zeef. Nu brengt men de saus op nieuw aan de kook en kruidt ze met ansjovis, geprepareerd volgens A, No. 15, met citroensap, 1 glas witten wijn en wat gestooten foelie. Men bindt haar eindelijk met 2 eijerdoijers en een stukje boter.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek