Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
»Wat!« riep de oude heer uit, rood wordend. »Neem dien man den eed af!« zei Fang tot den klerk. »Ik wil geen woord meer hooren. Neem hem den eed af!« Mr. Brownlow was hoogst verontwaardigd; maar overwegende, dat hij den jongen slechts benadeelen zou door er aan toe te geven, onderdrukte hij zijn gevoelens en onderwierp zich onmiddellijk aan de eed-aflegging.
Hij was doodsbleek en het geheele vertrek scheen met hem rond te draaien. »Hoe heet je, verstokte booswicht?« vroeg Mr. Fang. »Agent, hoe heet hij?« Deze vraag werd gericht tot een dikken ouden man met een gestreept vest, die bij de kooi stond.
»Agent!« zei Mr. Fang, terwijl hij het kaartje minachtend op zij schoof met de courant. »Wie is die man?« »Mijn naam, mijnheer,« zeide de oude heer op den toon van een beschaafd man, »mijn naam is Brownlow. Sta mij toe den naam te vragen van den overheidspersoon, die onder bescherming van zijn ambt, een respectabel mensch zonder eenige reden durft te beleedigen.« Terwijl hij dit zeide, keek Mr.
Hij werd gewekt door een klop op zijn schouder en het verzoek van den man met de sleutels, hem naar 't bureau te volgen. Hij sloeg zijn boek dicht en werd dadelijk in de indrukwekkende tegenwoordigheid van den beroemden heer Fang gebracht. Het bureau was een voorkamer met betimmerde muren. Mr.
»'n Mooi iemand om een armen jongen te beschuldigen!« zei Fang, met een grappige poging om er humaan uit te zien. »Ik moet zeggen, mijnheer, dat u zich onder zeer verdachte en onwaardige omstandigheden meester hebt gemaakt van dat boek en u moogt het wel als een geluk beschouwen, dat de eigenaar van vervolging afziet. Laat dit een les voor u zijn, of de wet zal u nog eens achterhalen.
Brownlow, »en dat is, dat ik werkelijk nooit zonder deze huidige ondervinding, geloofd zou hebben.....« »Hou je mond, mijnheer!« zei Mr. Fang beslist. »Dat doe ik niet!« antwoordde de oude heer. »Hou onmiddellijk je mond of ik laat je van mijn bureau gooien!« zei Mr. Fang. »U bent een onbeschaamde brutale kerel! Hoe durft u een magistraat te brutaliseeren!«
»Ik wist wel, dat hij simuleerde,« zei Fang, alsof het voorgevallene hier het onbetwistbare bewijs voor was. »Laat 'm maar liggen; 't zal hem gauw genoeg gaan vervelen.« »Hoe denkt u dit geval te behandelen, mijnheer?« vroeg de klerk met zachte stem. »Heel kort,« antwoordde Mr. Fang. »Hij wordt tot drie maanden veroordeeld natuurlijk met tewerkstelling. Ontruim het bureau.«
Fang zat aan 't boveneind achter een hekje, aan de ééne zijde van de deur was een soort van houten kooi, waarin de arme Oliver al was opgesloten; hij beefde hevig door het indrukwekkende van wat er gebeurde. Mr. Fang was een magere, rechte, stijve man van middelbare lengte, het weinige haar dat hij had, groeide aan den achterkant en op zij van zijn hoofd. Zijn gezicht was streng en rood.
De agent vertelde met gepaste nederigheid, hoe hij de beschuldiging had uitgebracht, hoe hij Oliver gefouilleerd en niets op hem gevonden had, en hoe dit alles was wat hij wist. »Zijn er getuigen?« vroeg Mr. Fang. »Neen Edelachtbare,« antwoordde de agent. Mr.
»Nu,« zei Fang, »waarvan wordt die jongen beschuldigd? Wat hebt u te zeggen, mijnheer?« »Ik stond bij een boekenstalletje« begon Mr. Brownlow. »Houd uw mond, mijnheer!« zei Mr. Fang. »Agent! Waar is de agent? Hier, neem dien agent den eed af. Nu agent, wat is de zaak?«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek