United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Schot, Schott, Schotsman en ook als patronymikon, in den tweeden-naamval, Schotsmans. De overeenkomst, in de 17de en 18de eeu, tusschen de schotsche kerk en de noord-nederlandsche, beiden van streng calvinistische richting, was oorzaak dat er in die eeuen tusschen Schotten en Nederlanders nog al talryke betrekkingen bestonden, en dat menige Schot onder ons kwam wonen.

De patronymika, de toenamen oorspronkelik uitsluitend den kinderen van deze mannen toekomende, waren dus in de 12de eeu reeds op hunne hoeven overgegaan. Het is, alsof men zeide: het smedink'sche erve, de wesseling'sche hoeve, het temming'sche heem, enz.

In de 16de eeu vluchtten er ook vele protestantsche Vlamingen zoowel naar Oost-Friesland, als naar de eigenlike noord-nederlandsche gewesten, en bleven daar wonen; zie bl. 476.

In middeleeusche oorkonden en ook nog wel in geschriften van lateren tijd, van de 16de en 17de eeu, worden de personen die daarin genoemd worden, dikwijls, ter meerdere duidelikheid of uit gewoonte, met hunnen bynaam vermeld. En deze personen zelven schynen daar dan niets op tegen gehad te hebben.

Immers in het laatst der zestiende en in het begin der zeventiende eeu werden de Joden in Spanje en Portugal hevig, ja tot den dood toe vervolgd om de wille van hun geloof, dat zy niet met het Christelike verwisselen wilden.

By eigennamen vooral was deze tweede-naamvalsforming byzonder in zwang, en bleef dat ook nog toen, in de 16de en 17de eeu, die forming op a by gemeene zelfstandige naamwoorden reeds langeren of korteren tijd, in de verschillende gouspraken der friesche taal, uitgestorven was en in onbruik geraakt.

In de zeventiende en achttiende eeu was het Nederlandsch by de meeste Oost-Friesen, vooral te Emden, Norden, Leer en Weener, en in de omstreken dier plaatsen, hooftsakelik, zoo niet uitsluitend, de geijkte schrijftaal.

Ten platten lande kwamen de geslachtsnamen daar eerst in de vorige eeu in gebruik. Ja, in vele afgelegene gewesten en gouen, vooral in Friesland, Groningerland en Drente, duurde het tot in deze eeu eer alle landzaten een geslachtsnaam hadden.

Dat reeds in de 17de eeu, en ongetwyfeld nog veel vroeger, zulke namen van vreemde plaatsen, eerst als by- of toenamen, later als vaste geslachtsnamen in gebruik waren, leert ons Cornelis Hendricxz Compostel, die in 1644 een der schepenen was van Hoorn.

Dirk Bas, amsterdamsche burgers uit de 16de eeu hadden aan zulk een huisteeken hunnen naam ontleend. En nog heden komen de geslachtsnamen Bas en De Bas voor, met Bazuin, Fluit, Trompetje, Viool en Hacquebart. Laatstgenoemde naam vertoont den ouden form en eene oude spelwyze van het woord hakkebord, een oud-nederlandsch toontuich, thans buiten gebruik.