Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


Thomas hieruit trekt is deze: Volgens Gods ordinantiën is de onderlinge verhouding der menschen een vreedzame, waarin ieder zelfstandig aan zijn eindbestemming kan werken, en deze is mogelijk wanneer aan eenieder het zijne gegeven wordt.

De Bonapartisten houden vol dat als iemand de cholera bij hemzelf gewaar wordt, hij onmiddellijk de Vendômezuil moet aanschouwen: hij blijft dan in leven. Zo heeft eenieder in deze tijd van nood zijn geloof. Wat mij betreft: ik geloof in flanel.

Eenieder roerloos, zonder dringen, door eerbied en emotie, met wijdangstige oogen aan den grond genageld. Eenige lui, op 't stationsplein, ontblootten, als voor een lijkstoet, hun hoofd; en machinaal werden daarop alle hoeden afgenomen.

Deze moet een doel beoogen met de straf. De mensch echter moet bij het straffen steeds een goed doel voor oogen hebben, en wel omdat hij met de anderen verwant, en van nature hun gelijk is. Is de straf een "poena medicinalis," dient zij om door pijn en smart, een afkeer te wekken van het kwaad; dan kan zij toegepast worden, door eenieder, die voldoend verstand en oordeel bezit.

De verdrukking echter, die wij misschien te dragen hebben, omdat wij aan God en aan de natuur gehoorzamen en niet aan de menschen, moeten wij liever verduren, dan ons verweren. Want, is in een natuurtoestand eenieder bevoegd tot noodweer, bij de intrede in de maatschappij heeft dat recht opgehouden te bestaan; de staat immers zou onmogelijk zijn, zoo dit aangeboren recht bleef voortduren.

Alles ging goed wanneer eenieder bijtijds zijn pachten betaalde, geen politieken strijd in 't dorp verwekte, geregeld naar de kerk ging en verder aan beide voorname families den noodigen eerbied bewees.

Ons lachend zomerverblijf scheen in enkele oogenblikken een doodenhuis geworden. Over den anders-zoo-rustigen steenweg, voor ons hof, zagen wij, als in waanzinnige vlucht, auto's en rijtuigen van alle slag voorbij snellen, volgeladen met kisten en pakken. De stad scheen voor eenieder het zekere toevluchtsoord. Het vreedzame platte land werd verlaten voor de ingebeelde zekerheid eener vesting.

Het bleef vaststaan dat Smul den volgenden zaterdag weg zou gaan; eenieder wist het, 't was of het reeds gebeurd zou zijn, maar niemand sprak er nu meer over; en Smul zelf, steeds in zijn halsstarrig zwijgen teruggetrokken, werkte en sjouwde, maaide, ploegde, zaaide en egde, als een die er in 't geheel niet aan denkt om te vertrekken, als een die niet gemist kan worden.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek