Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Ik gaf 5 dagen vivres "bij den man"; zoo konden wij het 45 dagen uithouden. Zes Dajaks gingen mede; twee bleven achter: de gewonde en een om hem op te passen. Verder zes dwangarbeiders, vier fuseliers en de verkenner Makatipu. Noer; mijn jongen, werd mandoer over zijn kameraden; hij was zoo ijverig en handig en had toch steeds de leiding.
Daarna vertrekt mijne colonne in 4 prauwen. Sterkte: 1 luitenant-ter-zee, 1 inl. verkenner, 4 inl. fuseliers, 18 Papoea's, 3 dwangarbeiders, totaal 27 man. Ten 8 uur 30 min. steekt de laatste prauw af; de hoofdrivier buigt om de zuid en blijft den geheelen dag in zuidelijke richting loopen.
Door 5 Dajaks laat ik het pad verder kappen; de weg wijst zich vanzelf en de verkenner en ik hebben het te druk met peilingswerk. Onze colonne is nu nog sterk: 1 Luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, 1 eur. sergeant, 10 Dajaks en 3 dwangarbeiders. Totaal 16 man. De geheele etappenlijn is nu zonder bezetting, in alle bivaks ligt echter ruim voldoende eten voor den terugtocht.
Ten 2 uur komt onder leiding van een Eur. serg. het transport van depôt B aan. 14 November. 's Morgens stuur ik 1 Eur. serg., 1 fuselier en 10 dwangarbeiders terug naar Prauwbivak. Zij zijn niet meer noodig en mijn aantal dagen rantsoen wordt hierdoor niet onbelangrijk uitgebreid; de zieken uit depôt B worden tevens medegenomen.
De rivier wordt spoedig heel lastig en daar wij niet over geoefende stuurlieden beschikken, verliezen wij al spoedig 2 prauwen, waarna wij op den linkeroever het 2e Prauwbivak inrichten, ongeveer 1 KM. verder dan het eerste. 30 t/m. 31 Juli. Bivak wordt door de soldaten en dwangarbeiders ingericht.
Een partij dwangarbeiders bleef op de lossende sloepen en versjouwde op den wal; een partij fuseliers ging rottan halen in de rimboe, ging het splijten en maakte er bindmateriaal van; de rest van de dwangarbeiders haalde stammen voor bouwmateriaal en vatte met kracht den barakkenbouw aan. Het was een waar genoegen, zooveel bedrijvigheid; mijn koorts vergat ik geheel en al.
In 3 1/2 dag was ik in Bataviabivak; het was een aangename tocht door het van ouds bekende Van Reesgebergte; doch met Dajaks en met fuseliers en dwangarbeiders die na een jaar aan het spel met den Mamberamo gewend waren, kon het ook niet anders dan voor den wind gaan. Bij aankomst in Bataviabivak aan den sergeant-majoor-bivakcommandant mijn verlangenslijstje opgegeven.
Sterkte: 1 luit.-ter-zee, 1 inl. verkenner, 4 inl. fuseliers, 18 Papoea's en 26 dwangarbeiders, totaal 50 man. Ongeveer 8 uur hoor ik achteruit een geschreeuw. Dadelijk wordt aangelegd, over de grintbank teruggeloopen: een prauw omgeslagen tegen een rots. Bij het appèlhouden bleek, dat een dwangarbeider vermist werd, hij was in de versnelling verdwenen en niet meer boven gekomen.
Ondergeteekende krijgt den indruk, dat deze streek in langen tijd niet door jagers is bezocht. Vervlogen is de hoop, hier onzen voorraad vivres te kunnen aanvullen. Van het schip is nog niets te zien. De toestand is niet rooskleurig, want zoo juist verorberden we ons laatste beetje bedorven rijst, sommigen der dwangarbeiders hadden zelfs hun aandeel reeds des morgens vroeg geheel verbruikt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek