Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Zijn lokstem is een heesch, snorkend "chrr", dat soms als "sjwer" klinkt; het doffe "kweg kweg" geeft goedgeluimdheid te kennen; de paringsroep is het hol klinkende "hoep hoep". In 't voorjaar laat het mannetje dit geluid aanhoudend hooren, maar reeds tegen het einde van Juli niet meer.
Lijfsgenot had hij er niet van, alleen een zekere voldaanheid en doffe walging. Maar in zijn ziel was een vage rust.
De tijd was haar door heur, steeds wisselend, leven snel omgevlogen; zij had nu afwisseling gekend, steeds nieuwe steden en oorden gezien, steeds nieuwe menschen ontmoet en zij was vermoeid van die afwisseling. Zij wenschte nu rust en kalmte, zij smachtte naar een lange, doffe sluimering, zonder droomen en zonder leed. Iets van een thuis!
Toen viel de nacht in te midden van een doffe stilte, somtijds slechts afgebroken door het geschreeuw van den pelikaan, of van eenigen nachtvogel, of door het geluid van de branding tegen de rotsen en het verwijderd gerucht van een stoomboot, die de golven met raderen of schroef doorkliefde. Van acht tot negen uur bleef de Nautilus eenige meters diep onder water.
In gemoede houd ik vol dat het gevoeligste hart kan wonen in de borst van hem die zijn zaak ziet bloeien, zelfs ten koste van het arme jonge leven. Gewoonte, ziet ge, dat is de dommekracht die hen deed voortgaan tot nog voor weinig tijd; dat is de doffe bril waardoor men in die kinderen machines zag, werktuigen en niet veel meer.
Zwijgende liepen zij de gang in, en gingen naar de kamer. Gerard beval zijne dienaren, zich te verwijderen. Hij keek zijn vriend in de oogen, welke hem lichtend geleken als de oogen van den weerwolf. "Zeg me, wat dit alles te beteekenen heeft?" vroeg hij. De vriend antwoordde met doffe stem: "Je hebt mij gekend, zonder mij te kennen. Weet je, wie ik ben?"
De tintelende kout verlichtte haar een weinig de doffe atmosfeer der salons, waar het gas nog niet was opgestoken, waar langs de laag geplooide meubelgordijnen een schemerende somberheid binnenzonk, die de vroolijkheid van het verguldsel, van het havanna satijn, van het vieil-or der draperieën en meubels in treurige schaduwen scheen uit te wisschen.
Zijne medicijnen hadden niet geholpen; de koorts nam nog niet af, en Marianne bleef, rustiger, doch niet bij kennis, in een toestand van doffe bewusteloosheid. Elinor, onmiddellijk onder den indruk van zijn vrees, en erger nog, stelde voor, andere hulp in te roepen.
Aan het hoofd der rei sprong en huppelde de bruidegom, een groote flink gebouwde jonkman van twee- of drie-en-twintig jaren, met zware zwarte knevels en een paar vlammende oogen; hij danste onvermoeid, terwijl de muziekanten klagende, doffe klanken uit hunne fluiten te voorschijn brachten, nu en dan half overstemd door het gonzend geklepper der tamboerijnen.
Geen lid kon hij verroeren, doch zijn gedachten sloegen tegen het glas, hem verstompend door hun dissoneerend weergalmen en instede van de woorden, die anders de geest van uit zijn gevoelsinnerlijk sprak, vernam hij slechts het doffe geruisch van den waanzin.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek