Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Nieuw materiaal om haar nader te leeren kennen ontving hem echter eerst in 1862. Toen werd de Dierkundige Vereeniging te Londen verblijd door het bericht, dat twee "Vingerdieren" of "Naaktvingers", zooals men dezen overgangsvorm intusschen had genoemd, op Madagaskar gevangen en naar de Diergaarde in Regentspark onderweg waren.

Nog geen zeventig jaar geleden verdedigde een bekend dierkundige, de Münchener professor Wagler, de stelling, dat de Apen "ontaarde menschen" zijn. Dit denkbeeld was niet nieuw. Bij nagenoeg alle volken, die met de Apen in aanraking kwamen, of nog met hen verkeeren, komt het voor.

Dergelijke dwalingen komen echter ook in onze dierkundige leerboeken in menigte voor en zijn met het oog op de hedendaagsche onderzoekingsmethoden en de hierdoor verkregen resultaten minder verschoonbaar dan de misvattingen van de vaders der wetenschap in vroegere eeuwen."

En eindelijk, indien ik godgeleerde was, zou ik zeggen, dat volgens den apostel Paulus de goddelijke openbaring zich niet bepaalt tot het menschdom, maar ook tot al de hemelsche werelden. Maar ik ben noch godgeleerde, noch scheikundige, noch dierkundige, noch natuurkundige.

Hij zou zoo met den blik een meer uitgestrekt terrein kunnen overzien en wellicht zou hij, met behulp van zijn verrekijker, er in slagen eenig spoor van Makatit te ontdekken. Maar om die beklimming te kunnen uitvoeren, moest hij zijne giraffe achterlaten; geen dierkundige had toch ooit zoo'n viervoeter onder de klauteraars gerangschikt.

"Wist ik maar, hoe ik in hunne taal zeggen moet, dat ik grooten honger heb!" riep Max Huber, spotziek als altijd. Van de drie gevangenen was Khamis de stilste. Hij had natuurlijk geen verstand van dierkundige vraagstukken en voor hem konden deze wezens niets anders zijn dan dieren, en wel apen.

Indien ik dierkundige was, zou ik met vele beroemde geleerden zeggen, dat de natuur ons op deze Aarde voorbeelden oplevert van dieren, ook levende onder omstandigheden die men er ver van geschikt toe zou achten; dat visschen ademen in een middelstof, voor de andere dieren doodelijk; dat de amphibiën in het water en op het land beide leven op een oogenschijnlijk onverklaarbare wijze; dat sommige zeedieren er op een verbazende diepte rondkruipen, gedrukt door een zwaarte van water, die ons verpletteren zou, een drukking van 50 of 60 dampkringen; dat sommige waterdiertjes, ongevoelig voor hitte of koude, evenzeer worden aangetroffen in kokende bronnen als in het ijs der poolzeeën.

De Mierenegels en Vogelbekdieren die men met het volste recht als een afzonderlijke onderklasse van de Zoogdieren zou kunnen beschouwen, worden door geen enkelen hedendaagschen dierkundige tot de Buideldieren of zelfs tot de Tandeloozen gerekend, zooals sommige hunner voorgangers deden.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek