Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Alleen het gezicht van die verschillende landschappen onder hun uniform en diadeem van groen kan een denkbeeld geven van de mildheid van Portugals bodem. Van de oevers van de Minho tot die van de Guadiana heeft men het gevoel, door een onafgebroken tuin te gaan of door een uitgestrekt park.
Die laatsten onderzochten den aard van het metaal door met de bijl verscheiden van de voorwerpen stuk te slaan, o.a. een prachtigen schotel met reliëffiguren, nu nog in 't museum aanwezig. Onder de stukken, die aan de vernieling ontkwamen, moet genoemd een diadeem, versierd met groote granaten, een beker, met edelgesteenten opgelegd, een massieve ring en een groote lampetkan.
De prinsen dragen geen tiara, zooals hun vader, maar een met edelgesteenten versierden diadeem: hun houding, hunne gelaatstrekken en hun kostuum herinneren onwillekeurig aan de figuren op onze oudste speelkaarten.
En niemand behoeft bang te zijn, de heerscheres van den korf over het hoofd te zien, omdat zij herkenbaar is aan haar "fieren gang en haar gelaat, dat majesteit uitdrukt; en op haar voorhoofd is een witte vlek die schittert als een diadeem." Een der oude schrijvers geeft den raad, recht door alle korven een gat te boren, tegen spinnewebben.
Een ervan, een reeks van gongs, op muzikale tonen gezet, geeft aardige muziek, nu en dan afgebroken door het heftige en brutale geroffel der trommen van vel of hout. Meisjes zijn aan het dansen. Zij hebben een costuum van doorschijnende stof aangetrokken met gouden pailletten en dragen een uitgebreid kapsel, waaronder ze als gebukt gaan, met een diadeem, van achteren als een helm opstaand.
Het Friesche oorijzer was oorspronkelijk een ring, zooals nog de Zeeuwsche benaming "beugel" of "hoepel" getuigt. Inderdaad leeft in de Friesche oorijzers nog voort de Oudgermaansche hoofdband of diadeem; dit is bepaaldelijk betoogd door den Frieschen oudheidkundige J. H. Halbertsma in zijn opstel over Den Ring van Epe, Overijsselsche Almanak 1849.
Boven de wolken, die de zon bedekt hielden, schoten aan den verren horizon lichtlijnen omhoog, die op den diadeem van een overwinnaar geleken. Het pavilloen was versierd met vlaggen van verschillende landen. Er lagen lijsten gereed, waarop wij allen onze namen teekenden. Champagnekurken knalden. Telkens gluurde men eens even naar buiten; maar de zon bleef weg.
In 't midden stond een vrouw. Men kon aan 't schoon gelaat en d' eedler wezenstrekken Weldra in haar de koningin ontdekken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gelijk haar schoonheid aller glans verdooft, Zoo was haar tooisel ook meer uitgelezen; Haar sierde een diadeem van goud het hoofd, Eenvoudig, rijk, maar zonder pronk te wezen; Zij droeg een Agnus-Castus tak daarbij, En hield omhoog het beeld der heerschappij.
En als dan de eerste starre in de' avond troont, Haar diadeem spreidt, waar de zon gaat keeren, Dan denk ik: "dat heeft zij, maar zéér verschoond, "Geheiligd door het hart, dat starre' ontberen." Zóó: meerblauw, morgenglans, en avondster Zijn beelden wel, maar van de waarheid ver.
De bruiloft zou plaats hebben; de aartsbisschop zelf moest haar de kroon op het hoofd zetten, en hij drukte met kwaadwilligheid den nauwen diadeem vast op haar voorhoofd, zoodat het haar pijn deed. Maar een heviger pijn gevoelde zij in haar hart: de smart over haar broeders. Zij voelde het lichamelijk lijden niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek